Participant: |
Bas Kwakman |
Director Poetry International Rotterdam |
Speech opening expo Communicatie Bas Kwakman, 3 mei 2014 Dames en heren, Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om een persoonlijke ontboezeming te doen. Of eigenlijk drie ontboezemingen. Zo’n 30 jaar geleden studeerde ik, net als Jeanne van Heeswijk, wiens werk verdëerop hangt, op de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Preciezer nog, ik zat aan een tafel in de academiebibliotheek en werd als door de bliksem getroffen door een vage zwart wit foto, verstopt in een zelden tot nooit uitgeleend boek.
Tot die tijd had ik een redelijk vast en veilig beeld hoe kunst in elkaar stak. Was je een tweedimensionaal dan probeerde je te tekenen en te schilderen als René Daniëls, je droeg zwarte puntschoenen, een vale zwarte broek en dito vage trui en smeerde ‘s morgens een fikse hand zeep in je zwartgeverfde piekhaar. Als je driedimensionaal was kwam je ’s morgens op je motor naar de academie, schudde je lange blonde manen los als je je helm afzette en lastte op het terrein achter de academie onoverzichtelijke metalen constructies in elkaar. Of je was textiel en deed vijf jaar lang materiaalproeven. Op de foto in het boek, die genomen leek te zijn in een klein Italiaanse dorpje, zijn twee mensen te zien. Van rechts komt een pastoor in een authentiek zwart gewaad en dito hoedje aangelopen. Links, half afgesneden door een marktkraam, staat, half voorover gebogen, een wat malle, sukkelige man met een raar hesje aan die iets tegen de pastoor lijkt te zeggen. De pastoor kijkt verstoord naar de man bij de kraam. Onder de foto staat: Notre Collaborateur Benjamin Peret injuriant un pretre. Onze medewerker Benjamin Peret beledigt een priester. Het bleek een van de sleutelwerken te zijn van de surrealistische kunstenaar Benjamin Peret, die iedere ochtend, jaar in en jaar uit, op exact hetzelfde tijdstip en op exact dezelfde hoek de plaatselijke pastoor verrot schold. Terug naar de tafel in de bibliotheek van de Academie. Dat het uitschelden van een pastoor kunst kon zijn, veranderde mijn kijk op mezelf en mijn kijk op de wereld. Mijn werk veranderde drastisch, zelfs zo drastisch dat de docenten op de academie er geen raad mee wisten. Mijn werk werd taal, het werden opsommingen, ideeën en schema’s, die al snel na de academie leidden tot poëzie. Mijn overgang van beeldende kunst naar poëzie verliep soepel en vanzelfsprekend, dus toen ik bij Poetry International begon leek het mij volstrekt logisch om beeldende kunst aan het festival toe te voegen. Verkeerde keuze, zo sprak een bevriend journalist. Je hebt een festival waar je poëzie presenteert, dat kan je alleen combineren met andere podiumkunsten zoals muziek en dans. Maar daar waar muziek en dans snel verwerden tot pauzeact greep de beeldende kunst dieper in. Ik zal u een voorbeeld geven. Toen ik Kamiel Verschuren, die u op die video daar kan zien, vroeg om samen met mij beeldende kunst op het grensvlak van taal en beeld aan het festival toe te voegen, was zijn eerste vraag: ‘Wat is het DNA van jouw festival?’ Maar ik moet eerlijk zeggen, en dat is mijn tweede ontboezeming, de stap van de kunstenaar in de wereld van de poëzie verliep aanmerkelijk eenvoudiger dan andersom. Toen de foyer van de Rotterdamse Schouwburg tijdens het Poetry International Festival eens volledig in beslag werd genomen door een enorm taalwerk van Josep Kosuth, schuifelden de poëzieliefhebbers op weg naar hun favoriete dichters langs het werk en spraken goedkeurend tegen elkaar: de aankleding is weer leuk dit jaar. Er moet me tot slot nog iets van het hart. De derde ontboezeming. Vorige week bevond ik mijzelf aan een tafel met dichters. Daar voerden we de discussie, die eeuwigdurend te noemen is, maar desondanks elke keer weer actueel meent te zijn. In hoeverre mag de waan van alledag doorsijpelen in zoiets verhevens als de poëzie. En man, wat zijn jullie daar in de beeldende kunst toch stukken verder in. Het is dan ook daarom dat ik hier, geheel tegen mijn gewoonte in, eindig met een citaat van een kunstenaar en niet van een dichter. En wel van die ene kunstenaar die mij ooit, in die academiebibliotheek in Tilburg, de ogen opende. De kunstenaar die de pastoor verrot schold. Benjamin Peret. Het geweldige, en ik zeg het nog eens, is overal, in elke tijd en in elke eeuw. Het is, of het zou zo moeten zijn, het leven zelf, tenminste,ë zolang dit leven niet bewust wordt verziekt door scholen, religie, rechtzalen, oorlogen, bezettingen en bevrijdingen, door concentratiekampen en al die afschuwelijke materiële en mentale armoede. Dames en heren, ik dank alle kunstenaars dat ze hier het geweldige van het leven zelf laten zien. Ik dank u, geacht publiek, voor uw aandacht. Hiermee beschouw ik deze tentoonstelling voor geopend. |
All Participants |
Heemst, van Jan |
Schimmelpenninck van der Oije, Coen |
Walgenbach, Hans |
Ansenk, Emily |
Ayas, Defne |
Damen, Jeroen |
Halem, van Ludo |
Kwakman, Bas |
Roosmalen, van Arno |
Weeda, Kees |
Wind, Diana |
latest news |
06-09-2024 |
Kunstenaars elders / Artists elsewhere |
latest interview: |
03-09-2024 |
Linda Selena Boos interviewt Fatima Barznge en Martijn Simons |
latest article: |
16-08-2024 |
Judith Kuipéri: De vele gezichten van Per Abramsen (1941–2018) – Delighted Flashback in Museum Beelden aan Zee |
contact |
stuur ons een e-mail |
Secretariaat |
Lloydkade 627 3024 WX Rotterdam |
Kamer van Koophandel |
41134388 |
IBAN |
NL57INGB0006934300 |
Open: |
alleen op afspraak |
only by appointment |