Zoek op deze site:
     
rfPub contribution - 27-12-2015
 
door: Menno Vuister
 
Een Oase van Concentratie - tentoonstelling Born of Concentration
 
 
Een Oase van Concentratie - een verhandeling van de tentoonstelling Born of Concentration Door Menno Vuister Van tijd tot tijd zorgt de media voor de herwaardering van een woord. Een woord dat ietwat uit de tijd geraakt is of is ondergesneeuwd omdat er simpelweg geen aanleiding was het te gebruiken, en dat door zijn plotselinge modegevoeligheid vaak net even een andere lading krijgt toebedeeld. Het woord waar ik in dit geval naar verwijs is ‘minutieus’, dat vorige maand veelvuldig werd gebruikt om de voorbereiding op de terreuraanslagen in Parijs op 13 november te omschrijven.
Als iemand die graag denkt, praat en schrijft over kunst en kunstpraktijken is het woord minutieus mij uiteraard niet onbekend, maar direct na de journalistieke ‘herwaardering’ van de term werd ik mij bewust van het feit dat er iets opvallends is aan de manier waarop dit woord door de verbinding met het werk van terroristen werd ingekaderd. Enerzijds betekent de toekenning van de term minutieus namelijk een compliment – het veronderstelt tenslotte dat er zeer secuur, aandachtig en gedetailleerd tewerk is gegaan. Anderzijds zou het vrij eigenaardig zijn dat Nederlandse dagbladen erop uit waren de daden van een groep terroristen complimenteus te omschrijven. Met andere woorden: de term minutieus, en de daaraan verbonden noties van precisie, aandacht voor detail, en concentratie, worden door deze toepassing voorzien van een negatieve ondertoon die ook een artistieke term als monnikenwerk (zonder hierbij op de religieuze aard van het woord in te gaan) in het geding brengt. Sterker nog, het lijkt erop dat het vermogen volledig geconcentreerd – dat wil zeggen, met de volledige aandacht op één ding gericht – bezig te kunnen zijn een onmenselijk karakter heeft gekregen. Wat deze (voorlopige) conclusie in ieder geval met zich meebrengt, is de noodzaak dieper in te gaan op deze problematische relatie tot concentratie. Wellicht dat de kunst, en specifieker de tentoonstelling Born of Concentration , hierin oplossing kan bieden.
Wat kan de kunst ons dan leren over concentratie? Concentratie ligt als het ware besloten in de aard van de kunst. Denk maar eens aan hoe er naar kunst gekeken wordt. In een museum gaat het geluid van een dialoog zelden over het niveau van geroezemoes heen, en ook de nog altijd dominante White Cube, die zijn oorsprong kent in de tijd waarin de kunstenaar doelmatig het kunstobject teniet deed omwille van een geconcentreerdere ervaring van de pure idee kunst, is een perfect voorbeeld van een ruimte die er vooral op is gericht om de aandacht, behalve op de kunst, nergens anders op te richten. In dat opzicht stelt de tentoonstelling Born of Concentration geen nieuwe ontwikkeling aan ons voor. Wat wel opvallend is, is dat het werk in de tentoonstelling in veel gevallen juist niks te maken heeft met de geconcentreerde en gedematerialiseerde objecten uit de Conceptuele kunst. Integendeel, de kunstwerken in de tentoonstelling bestaan juist grotendeels bij de gratie van het materiaalgebruik en vakmanschap van de kunstenaar en een artistieke praktijk die uitgaat van een hoge mate van concentratie in het werkproces. Hierdoor toont Born of Concentration ook juist precies het soort werk dat zich laat omschrijven met een term als minutieus.
De tentoonstelling in de ruimte van ramfoundation laat zich dus aanschouwen als een verzameling kunstwerken die vanuit concentratie tot leven zijn gekomen, maar functioneert vanzelfsprekend niet alleen als bijéénraapsel van minutieus werk; alle werken verschaffen vanuit hun eigen voorkomen een perspectief op wat concentratie tegenwoordig zou kunnen betekenen. In sommige gevallen is er zelfs sprake van werk dat eerder reageert op de menselijke drang ons te kunnen concentreren. Voordat ik de perspectieven van enkele specifieke werken kan bespreken, echter, wil ik nog kort aanzetten waarom een tentoonstelling gecreëerd vanuit het begrip concentratie juist in de hedendaagse (westerse) samenleving belangrijk kan zijn.
Het is tegenwoordig bijna vanzelfsprekend geworden dat wij ons minder goed kunnen concentreren; er is immers in toenemende mate afleiding. Niet alleen de aanwas van (reclame)beelden en informatie, maar ook de manier waarop onze politiek-economische positie ons dwingt polyvalent en flexibel te zijn – iets wat er zowel in de hedendaagse kunst als de academische wereld voor zorgt dat specialisme met uitsterven wordt bedreigd – maakt het vrijwel onmogelijk om doorgaans concentratie af te dwingen. Dit is misschien wel waarom ‘Born of Concentration’ vanuit de context van de hedendaagse, post-conceptuele kunst wat traditioneel (of modernistisch) aandoet in haar kunstbegrip, maar het is nog maar vraag of dit wel zo erg is.
In een hedendaagse kunst die steeds meer gedomineerd wordt door de grilligheid van het hedendaags kapitalisme, waarin multi-specialisatie en pluraliteit dominante begrippen zijn, en waarin het kunstwerk vrijwel volledig onderhevig lijkt aan het discourse waarin het betreffende object wordt geplaatst, lijkt het erop dat het juist de geconcentreerde, minutieuze en ambachtelijke kunst is die nog enige weerstand kan bieden. In die zin is het misschien juist de concentratie waarmee de kunstenaar te werk gaat die een kunstobject voortbrengt dat als leidraad kan dienen om ons te helpen concentreren op dat wat we, tussen alle afleiding in, daadwerkelijk belangrijk vinden. Het levert in ieder geval werk op dat de moeite waard is om de aandacht wat langer op te vestigen.
De drie getoonde werken van de Braziliaanse kunstenaar Célio Braga, allen getiteld Untitled 2014 , zijn exemplarisch voor kunstwerken die zowel van de maker als van haar beschouwer concentratie en beheersing vragen. Braga verweeft elementen van Braziliaanse popcultuur in, in dit geval, kleine papieren kunstwerken, die tot stand komen door in het gebruikte papier raster, reliëf en kleur aan te brengen. De werkwijze van de kunstenaar is in dit proces zeer beheerst; wie dicht op het papier gaat staan kan enkel de conclusie trekken dat er veel geduld en zelfcontrole nodig is om iets kwetsbaars als papier op deze schaal van reliëf te voorzien. Wat echter ook opvalt is dat de werken op deze manier tevens de aandacht van de beschouwer vragen. Alleen door de afstand tot het werk te overbruggen en van dichtbij te kijken, krijgt de bezoeker inzage in de mate van concentratie waarmee Braga te werk gaat. Hierdoor ontstijgen de werken hun minimalistische en ietwat rommelige voorkomen.
Evenals in het werk van Braga bestaat er bij Zaïda Oenema een duidelijke relatie tussen de concentratie van de kunstenaar en de beschouwer. Wie simpelweg langs de wand met ‘confetti-tekeningen’ uit de serie The Archive of Happy Moments (2010-2015) loopt, gaat zondermeer voorbij aan het feit dat de werken geen prints maar tekeningen zijn. Daarom is het zowel fijn als handig dat het museale The Perfect Dot (2011) een centrale positie in de presentatie van Oenema’s werk inneemt. Dit werk, in de vorm van een uitgelegde rol papier van tien meter lang en een meter breed, is het resultaat van een door de kunstenaar ondernomen concentratieoefening, met als doel het kunnen zetten van de perfecte stip in een raster van stippen dat zonder hulpmiddelen is getekend. Niet alleen The Perfect Dot valt onder de noemer ‘monnikenwerk’, want ook de manier waarop elke afzonderlijke confettisnipper uit het Archive handmatig is neergezet, toont aan dat Oenema een zeer geconcentreerde werkwijze hanteert. Wat echter wel opgemerkt dient te worden is dat de kleurrijke verschijning van de confetti een nieuwe dimensie aan het begrip concentratie toevoegt.
Waar kunst en concentratie, zoals in het werk van Célio Braga, regelmatig gepaard gaan met een serieus karakter, zijn de tekeningen uit The Archive of Happy Moments een toonbeeld van het feit dat een serieuze, minutieuze werkwijze lang niet altijd hoeft te leiden tot iets ernstigs. Alle tekeningen uit de serie verwijzen, doormiddel van hun titels, naar vrolijke gebeurtenissen uit het leven van de kunstenaar; momenten die zowel ingrijpend ( Mama geworden (2010), of turning 30 (2010)) als minder ingrijpend zijn ( bier, chips op de bank. Buiten regen (2011), en Gewoon. Zomaar (2010)). Door het kleurgebruik doen de tekeningen speels en uitbundig aan. Vanuit deze gedachte is het dan ook goed voorstelbaar dat de confettitekeningen impliciet oproepen om vaker en langer bij vrolijke gebeurtenissen, hoe triviaal dan ook, stil te blijven staan. Juist in een tijd waarin het in toenemende mate moeilijk is ons niet te laten afleiden.
In tegenstelling tot het werk van Braga, waarin een relatie tot stand wordt gebracht tussen de beheerste werkwijze van de kunstenaar en de concentratie van de beschouwer, en eveneens in contrast met de manier waarop het werk van Oenema kan worden gezien als een voorbeeld om aandachtiger en geconcentreerder met de mooie momenten van het leven om te gaan, zijn de ‘visual essays’ van Carine Weve niet direct in verband te brengen met concentratie als zodanig. Waar kunstenaars als Braga en Oenema hun relatie met het thema van de tentoonstelling vooral tot stand zien komen door hun materiaalgebruik en techniek, wil het werk van Weve juist de structuren, systemen, en menselijke drang tot ordenen ondervragen. Het is echter niet moeilijk te bevatten dat ook haar werken een bijzonder perspectief op concentratie teweeg brengen.
Zowel Don’t ask me (2010), een werk dat (in miniatuurformaat) doet denken aan een kaartenbak, als de serie Everything Under Control #1, #2, #3, #4 , die bestaat uit een viertal stenen tabletten die allen op hun plek worden gehouden door een ringband aan beide zijden, refereren aan een methode om informatie op overzichtelijke wijze op te slaan. Eveneens zijn het systemen die in het leven zijn geroepen om een hoeveelheid parate kennis terug te dringen, of, met andere worden: systemen die het mogelijk maken het hoofd leeg te houden zodat het zich met de volledige aandacht op een enkel ding kan richten. Wat echter niet moet worden vergeten is dat beide werken in hun voorkomen de informatie die erin zou kunnen zijn opgeslagen ontoegankelijk maken. Samen met de titels van de werken lijkt het erop dat Weve hiermee wil bevragen of we niet juist zijn doorgeslagen in onze drang alles te archiveren, en of we het hiermee juist niet onmogelijk maken ons te concentreren op de dingen die er echt toe doen. Toch voelen de werken van Weve ook aan als een studie naar de menselijke drang ons te informeren, te ordenen en vooral ook te concentreren op juist die dingen die wij belangrijk vinden: het verlangen desalniettemin te streven naar een minutieuze manier leven.
Het is met name in het werk van Carine Weve dat er verzet geboden lijkt te worden tegen de grilligheid van ons hedendaagse systeem, juist door inzicht te geven in de nutteloze en afleidende systematiek van ons dagelijks leven dat allerminst ruimte geeft tot daadwerkelijke concentratie. Hierdoor roept de ondervraging van de menselijke ordeningsdrift dan ook precies op tot een vorm van concentratie die in de werken van Célio Braga en Zaïda Oenema wordt gecreëerd. Wat echter het belangrijkste is, is dat alle drie de kunstenaars niet alleen aanleiding geven tot een leven waarin meer ruimte bestaat voor concentratie en aandacht, maar dat alle drie de kunstenaars hiermee eveneens uitwijzen dat de worsteling met, en drang naar een minutieuze vorm van werken zeer menselijk is. In dit opzicht functioneert de tentoonstelling Born of Concentration niet alleen als een open plek in een bos vol pluralistische en post-conceptuele hedendaagse kunst, maar geeft zij ook stof tot nadenken over de vraag of wij niet juist te ver zijn doorgeslagen in een sociaal-politiek die alles wat zich op enigerlei wijze onafleidbaar geconcentreerd in iets vastbijt als iets onmenselijks ervaart.


De tentoonstelling Born of Concentration is nog t/m 3 januari 2016 te zien bij ramfoundation.
 
latest news
01-12-2024
laatste nieuws
Kunstenaars elders / Artists elsewhere
 
latest interview:
03-09-2024
Untitled(2012)
Linda Selena Boos interviewt
Fatima Barznge en Martijn Simons
 
latest article:
16-08-2024
Judith Kuipéri: De vele gezichten van Per Abramsen (1941–2018) – Delighted Flashback in Museum Beelden aan Zee
 
contact
stuur ons een e-mail
 
Secretariaat
Lloydkade 627
3024 WX Rotterdam
 
Kamer van Koophandel
41134388
 
IBAN
NL57INGB0006934300
 
Open:
alleen op afspraak
only by appointment
 
anbi