rfPub contribution - 31-10-2021 |
door: Judith Kuipéri |
Een wandeling om Het land van Chabot |
De tentoonstellingszaal in het Chabotmuseum |
Iedere stad heeft van die rafelrandjes; zeldzame stukjes niemandsland waar lange tijd geen mens meer kwam. Geen aangeharkt pad, maar een bodem bekleed met knoestig weiland. Een gebiedje waar beleid, planning of ontginning nog geen grip op heeft gekregen. Waar een inrichtingsplan ontbreekt, waar struiken en bomen nog onbeteugeld groeien en terrein geheel ondoordringbaar is geraakt. Waar dieren zich verscholen houden op nog onontdekte plekjes. Een veld waar de gemeente zijn stempel van georganiseerde netheid nog niet heeft achtergelaten. Bij Terbregge ligt zo’n stuk land: het Terbregseveld. Het is sinds enige tijd in bezit genomen door bulldozers en vrachtwagens die lawaaierig bezig zijn een ondertunnelde ringweg aan te leggen. Er is een hek omheen gezet zodat ze ongestoord hun gang kunnen gaan om bergen zand te creëren en een kilometerslange slurf te maken onder de grond. Het terrein is onbereikbaar geworden maar toch van alle kanten zichtbaar gebleven. Als een ommuurde tuin die de oprukkende stad nog altijd niet heeft opgeslokt. Het veld ligt enkele meters lager dan de omgeving. Het lijkt alsof er ergens in het midden een gootsteenstopje verstopt is; een stopje waaraan je kunt trekken waarna de kom volloopt met water. Ooit had hier aan de overzijde van de Rotte, de schilder Henk Chabot (1894-1949) zijn atelier. Het landschap dat hem omringde, legde hij vast in talloze schilderijen. Hij documenteerde de sfeer van zijn omgeving en zijn tijd: eindeloze landerijen en weidse vergezichten met een vrije horizon. Boeren met hoekige gezichten, hun knuisten in de modder. Hier en daar tekent een telefoonpaal zich zwart af tegen overweldigende luchtpartijen. Zijn schilderijen getuigen van het rauwe leven dat hier geleid werd. Zware klei onder de voeten, wind en weer in het gezicht, de horizon eindeloos ver en leeg. Tegenwoordig kun je in een uur rondom het Terbregseveld lopen. Iedere zijde heeft zijn eigen charme. In het westen en noorden stroomt de Rotte, dicht op de weg staan traditionele dijkhuisjes en riante villa’s. Op het water varen roeiers en kanoërs. Je deelt de dijk met fietsers en paarden die klossen over de pontonbrug. Aan de oostkant lopen lange rechte paden door een park dat het Terbregseveld van een woonwijk scheidt. Aan de waterkant hebben vissers hun plekje gevonden op vlonders die speciaal voor hen gebouwd zijn. Onderweg zie je veel mensen met kinderwagens en honden die uitgelaten worden. Hier heeft het veld een strook hoge peppels waarin buizerds hun intrek hebben genomen. De zuidzijde herbergt bedrijvigheid, een BSO en tennisbanen: het vormt de verbinding met de stad die eerder op de wandeling zo ver weg leek. Het Terbregseveld is een tijdscapsule: een stukje rafelrand, ooit gelegen aan de rand van de oprukkende stad, maar inmiddels omringd door bebouwing. De landbouw in de omgeving heeft plaatsgemaakt voor stedenbouw, snelwegen en tekentafelparken. Maar dit stuk land is nog niet in de dossiers van stadsplanners terecht gekomen. Pak de fiets, trek de wandelschoenen aan en ontdek waar Chabot schilderde en wat hier te beleven valt en vooral, wat hier gerealiseerd gaat worden. Laat het landschap op je inwerken en filosofeer over hoe dit stukje van de stad gewijd kan worden aan de enige schilder die in Rotterdam zijn eigen museum heeft: Henk Chabot; hoe van het Terbregseveld, Het land van Chabot gemaakt kan worden.
Ruud Reutelingsperger en Observatorium Dat het Terbregseveld omgedoopt wordt in ‘Het land van Chabot’ hebben we te danken aan Ruud Reutelingsperger (Sittard, 1963). Hij is deze maanden neergestreken in een zaal van Museum Chabot om dit stukje land bij het publiek bekend te maken en de dialoog aan te gaan met omwonenden, belangstellenden en beleidsmakers. Hij gaat met ze op pad en loopt om en over het terrein. Zo ontdekken ze de eigenheid van de plek. Ruud maakt onderdeel uit van het kunstenaarscollectief Observatorium, een samenwerking tussen Geert van de Camp (beeldhouwer en installatiekunstenaar), André Dekker (schrijver/dichter en installatiekunstenaar), Lieven Poutsma (architect) en Ruud Reutelingsperger zelf (schilder en installatiekunstenaar). Het collectief bestaat al 25 jaar en heeft vele observatoria gemaakt: het eerste in New York, later in Europa vooral in Nederland en Duitsland. Een werk van Observatorium is een permanente of tijdelijke installatie, een bouwwerk of een ingreep in de gebouwde omgeving of de natuur. Observatorium realiseerden al vier installaties langs de snelwegen van Rotterdam: Die bocht (2011) en Flaneren op de fly over, bij kruispunt Kleinpolderplein (2016), Observatorium Nieuw Terbregge (2001) en Manna (2006) bij de geluidswal langs de A20 bij Nieuw Terbregge. Ruud: “Waar ik erg trots op ben, is de onlangs geopende Terp fan de takomst die we in samenwerking met dorpsbelang Blije in Friesland hebben gerealiseerd. Het is een terp buitendijks in de Waddenzee die de inwoners van Blije een nieuwe plek biedt om te genieten van het wad, de zee en het uitzicht op de Waddeneilanden. Sinds de aanleg van de zeedijk hadden ze dat uitzicht verloren. Voor het eerst sinds 1000 jaar is er nu in Nederland weer een terp verrezen. Het is een uniek project.” Hoe raakte je betrokken bij Het land van Chabot? “Het project Chabot begon in 2018 toen Jisca Bijlsma, directeur van Museum Chabot, het kunstenaarscollectief Observatorium benaderde om samen iets te realiseren waarmee een ode wordt gebracht aan de schilder Henk Chabot, op de plek waar hij woonde en werkte. Ik ben zelf opgeleid als schilder en vind het een grote eer om dit te mogen maken voor een collega-schilder en wel op de plek waar zijn atelier stond. Maar het is ook een bijzondere plek an sich omdat het zo vlak bij de stad ligt en toch een blik op de horizon biedt. En let maar op: de luchten zijn er àltijd mooi.” Hoe krijg je de ideeën voor Het land van Chabot? “Ik ga de interactie met het publiek aan om inspiratie op te doen. Ik geef leiding aan een proces van cocreatie: samen praten, schilderen, schrijven en wandelen we om grip te krijgen op de betekenis van dit veld. Op die manier wil ik met het publiek het verhaal van de plek vastleggen. We trekken in groepen het veld in en aan de hand van een aantal vragen gaan mensen bij zichzelf na wat die plek voor hun betekent. Na afloop van het dagprogramma ontlok ik ze oneliners die Het land van Chabot het best omschrijven. Er kwamen termen als ‘struinpolder’ en ‘speelplaats voor volwassenen’ naar boven. Iemand vatte het samen als: ‘Het landschap kijkt terug’, dat vond ik een hele mooie. Ik sta nu voor een volgende fase: besprekingen met financiers, beslissers en gemeente. De gemeente gaat dan met ons aan de slag met een inrichtingsplan en een plan van eisen. Daarna zal ik deelnemen aan het te formeren tekenteam. In 2025 moet gelijktijdig met de oplevering van de weg, Het land van Chabot worden geopend. Maar nu verkeert het nog in de fase van een initiatief zonder eigenaarschap of budget. Het is dus al met al nog een langdurig proces.” Wat ga je nu maken? “Ons werk gaat over land, over het leven daar en over de mensen die er gebruik van maken. We hebben tal van grote bouwwerken gemaakt die een relatie aangaan met het landschap en de bezoeker. Door een observatorium reflecteer je op het eigenaarschap van het werk. Vaak maakt de installatie onderdeel uit van de transformatie die op die plek plaatsvindt. Ik wil voor Chabot, een ultiem project opleveren. Het wordt waarschijnlijk geen installatie zoals men van Observatorium gewend is. Er zijn twee opvallende kenmerken in de landschappen die Chabot schilderde: de eindeloze lucht en de veranderende horizon. Die thema’s moeten terugkeren in Het land van Chabot. Misschien wordt het een wandeling door het gebied langs diverse plekken met allemaal verschillende ervaringen: een gat diep in de grond waarin je kunt afdalen om je geheel te focussen op de hemel boven je en die optimaal op je in te laten werken. Misschien komt er een soort steiger in het ondoordringbare populierenbos om je te laten omsluiten door het dichte struikgewas. Ik was ook gefascineerd geraakt door de telefoonpalen die vaak terug te zien zijn in de schilderijen van Chabot. Ze verbinden als het ware de lucht en de aarde: de twee hoofdrolspelers in Chabots schilderijen.”
Wat is de toegevoegde rol van jou als kunstenaar ten opzichte van stadsontwikkelaars? “Ik noem mezelf een arti-tect: een kruising tussen kunstenaar en architect. Iemand die verbeelding en functionaliteit verenigt in een werk. Met Observatorium maken we fantasievol werk, dat emoties verbeeldt, zichtbaar maakt wat mensen verbindt met de plek, iets wat de nieuwsgierigheid prikkelt. Ik zie het als de rol van de kunstenaar om te luisteren naar de emoties, herinneringen en fantasieën van veel mensen die zich betrokken voelen. Met die kennis wil ik de plek visualiseren. Dit in tegenstelling tot wat nu vaak gebeurt. Mensen zijn de ‘verparking’ van het landschap beu. Ze willen geen herhaling van de bekende formules: het zoveelste klompenpad, smulbos of blotevoetenpad. Ik wil zelfs niet een observatorium opleveren zoals we in het verleden veel maakten. Ik wil iets nieuws, iets anders, maar wat? Dat moet na alle gesprekken vorm gaan krijgen. Ik wil iets realiseren waarmee de transformatie van het landschap wordt gedocumenteerd. Kijk eens hoe de horizon verandert! Vanaf deze plek kun je aanschouwen hoe de stad permanent wijzigt. Opeens verrijst nu bijvoorbeeld die Zalmhaventoren van 215 meter hoog. Vanaf het Land van Chabot kan je die zien, want daar heb je nog een vergezicht. Op die plek kun je je dus nog steeds verbazen, net zoals ooit Chabot zich liet inspireren door de dingen die hij om zich heen zag.” “De kunstenaar kan een rol spelen als scharnier tussen de leefwereld en de systeemwereld. Je kunt de wereld van de burger en die van de overheid bij elkaar brengen. Dat kan je doen door mensen mee te nemen in het verhaal van de ander. Door het verhaal bijzonderder te maken en te visualiseren. Een term daarvoor is place making: iets toevoegen aan de ruimte zodat die tot de verbeelding spreekt. Iets dat van de ruimte, een plek maakt. Het gaat er om een plek te creëren waar je kunt ontmoeten en je verbazen. De transformatie van space tot place. Of, zoals de titel van ons nieuwe boek luidt: Public art for public life.” En wat als in 2025 Het land van Chabot opgeleverd wordt tijdens de opening van de Rottemerentunnel? (ja ja helaas, de tunnel wordt niet de Chabottunnel genoemd) “Het mooie van een observatorium is dat het niet klaar is bij oplevering. Het gaat pas leven als het gerealiseerd is. Wanneer een tijdelijk werk afgebroken wordt of zodra de Zandwacht verdwenen is onder het zand, is het ‘af’. Dat geldt voor mij persoonlijk overigens ook. Door dit project raakte ik gemotiveerd om een nieuwe fase in mijn leven en werk in te gaan. Binnenkort verhuis ik naar Nieuw Terbregge aan de Rotte vlakbij Het land van Chabot. Daar zal ik ongetwijfeld het penseel weer eens gaan oppakken. Ja, ik ga terug naar mijn oude vak en ga weer schilderen.” Breedlachend vult hij aan: “Misschien word ik wel de nieuwe Chabot en is de cirkel helemaal rond.”
De expositie Het
Rotte land is nog tot 7 november 2021 te zien in Museum Chabot : Het Rotte land De rondwandeling (3 km) is iedere dag te maken. Links: Boeken:
|
latest news |
01-12-2024 |
Kunstenaars elders / Artists elsewhere |
latest interview: |
03-09-2024 |
Linda Selena Boos interviewt Fatima Barznge en Martijn Simons |
latest article: |
16-08-2024 |
Judith Kuipéri: De vele gezichten van Per Abramsen (1941–2018) – Delighted Flashback in Museum Beelden aan Zee |
contact |
stuur ons een e-mail |
Secretariaat |
Lloydkade 627 3024 WX Rotterdam |
Kamer van Koophandel |
41134388 |
IBAN |
NL57INGB0006934300 |
Open: |
alleen op afspraak |
only by appointment |