rf-Interview 08-08-2020 |
||
Het laatste nieuws: | ||
door: Judith KuipériIk ga langs bij kunstenaars en hun verzamelaars, op zoek naar hun verhaal en wat hen bindt: het werk dat ze maakten en kochten. Link: |
Kunstenaars elders / Artists elsewhere (lees verder) |
|
Kunstenaar - kunst - verzamelaar |
||
"Rafah, Gaza" - 2017 200 x 120 cm., acrylverf op canvas |
Andere interviews:
|
|
Kunstenaar: |
Peter Koole |
(Middelburg, 1958) Peter Koole ontvangt me in zijn smetteloze, zorgvuldig opgeruimde atelier. Peter Koole studeerde grafische vormgeving aan de Academie voor Beeldende Kunsten Sint-Joost in Breda. Hij kreeg er les in lithografie en etstechnieken, maar ook letterontwerper Chris Brand was zijn docent. Letters maken een prominent onderdeel uit van Kooles werk. Hij schildert figuratief en in de loop der jaren werd zijn stijl steeds naturalistischer. Tien van zijn schilderijen hangen momenteel in de Laurenskerk in Rotterdam op de tentoonstelling 25 jaar Srebrenica herdacht. Deze expositie is nog te bezoeken tot 29 augustus 2020. |
Wat kenmerkt je werk? |
‘Ik maak schilderijen op groot formaat. Mijn uitgangspunt is meestal een knipsel: een uitsnede uit een foto, een cover van een magazine of een krantenartikeltje. Teksten en foto’s die me treffen, verwerk ik in een kleine collage die ik zo precies mogelijk in groot formaat naschilder. De beelden werk ik heel gedetailleerd na, maar de uitsnede, de combinatie van beelden, teksten en vlakverdelingen zijn duidelijk ontleend aan de collage van knipsels. Het effect daarvan is dat je oog erop blijft hangen. Zo van: hé, waar kijk ik nu naar? De beelden zijn niet zonneklaar, er is iets geks mee zodat de kijker geïntrigeerd raakt. Wat ik wil bereiken is volledige aandacht voor het onderwerp. Door de heel precieze weergave en de vele details zijn bezoekers ook geneigd langer naar de schilderijen te kijken en ze te interpreteren. Omdat ik voor politieke thema’s kies, moeten de schilderijen juist heel open zijn: niet te uitleggerig of met te veel stellingname. Het publiek moet er een eigen interpretatie aan kunnen toekennen.’ |
Wat houdt je momenteel bezig? |
‘Ik kies de laatste jaren voor drie grote thema’s: mijn schilderijen handelen over de Palestijnse kwestie, de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja (1958-2006) en de genocide op Bosnische moslims in Srebrenica. Alle drie zijn het grote politieke kwesties die enorme impact hebben op de burgerbevolking. In de media is er altijd veel aandacht voor staatshoofden, voor rechtspraak en de oorlogshandelingen. Maar wat de gevolgen zijn voor de gewone burgers en dat een kwestie een jarenlange nasleep kent, wordt naar mijn mening onvoldoende belicht. De burgers zijn het slachtoffer van de omstandigheden en ik zet ze in mijn werk centraal. Ik wil met mijn schilderijen voorkomen dat hun leed in de vergetelheid raakt. Schilderijen zijn minder vluchtig dan media: krantenpapier vergeelt, een tijdschrift raakt verloren en na jaren verliest men de aandacht voor grote misstanden en kwesties. Met mijn schilderijen wil ik het publiek eraan blijven herinneren, maar daarbij mag ik als schilder niet in de weg staan. Mijn techniek moet daarom gepolijst zijn en zo natuurgetrouw mogelijk de beelden weergeven. Ik schilder met veel licht en heldere kleuren, anders wordt het schilderij te rauw en wendt de kijker zich ervan af. Het schilderen op dit formaat met deze details maakt dat het heel bewerkelijk is. Ik maak gemiddeld twee schilderijen per jaar.’ |
Hoe is je werkwijze? |
‘Tevoren heb ik precies in mijn hoofd hoe een schilderij gaat worden. Mijn knipsels laat ik door een kopieershop gespiegeld en vergroot afdrukken. De contouren teken ik met potlood na op transparanten en die potloodlijnen breng ik weer over op het canvas die ik daarna inschilder met acrylverf. Maar soms bepalen de omstandigheden mijn werk en toeval speelt vaak een belangrijke rol. Zo is de compositie van een van mijn schilderijen heel anders uitgepakt dan ik oorspronkelijk voor ogen had. Door een misverstand had de kopieershop de formaten en de volgordes van de knipsels veranderd. En toen ik nog eens naar de uitvergrotingen keek, heb ik het toch precies zo nageschilderd omdat het eigenlijk beter uitpakte. Een ander voorbeeld is dat ik op een expositie graag brandende waxinelichtjes wilde plaatsen onder mijn schilderij. Dat mocht niet vanwege de brandvoorschriften. Toen plaatste ik wel de kaarsjes, maar stak ze niet aan. Ik vond dat eigenlijk nog mooier: degenen die de aandacht verdienen, krijgen dat niet. Dat ik ze niet mocht belichten, maakte het net iets bitterder.’ |
|
Het werk |
‘Het krantenknipsel dat de basis vormde voor Rafah, Gaza, heb ik nog steeds. Het knipseltje hing al jaren in de keuken van mijn vorige atelier. Het was een artikel over de armoedige leefomstandigheden in Gaza. Omdat er geen elektriciteit was, vervuilden de huizen en moesten de kinderen bij kaarslicht hun huiswerk maken. Ik vind het een heel aandoenlijke foto. Alles is te groot voor dat kleine jongetje: zijn trui slobbert, de tafel is te hoog en voor hem ligt een enorm schoolboek. Ik heb de nieuwsfoto en de tekst eromheen, een kwartslag gedraaid zodat je in de richting van het jongetje meekijkt. Ik vind het fantastisch dat Olphaert en Meta dit schilderij hebben gekocht. Het is een omvangrijk doek en daarmee halen ze toch een prominente logé voor lange tijd in huis.’ |
Wat maak je op het ogenblik? |
‘ik werk nu aan mijn zestiende schilderij over Srebrenica, het onderwerp ligt me nu eenmaal nauw aan het hart. Dit jaar was het op 11 juli, 25 jaar geleden dat de moslimenclave Srebrenica viel en de genocide die daar op volgde is nog steeds relevant. Normaal vindt er jaarlijks op het Plein in Den Haag een nationale herdenking plaats, maar die was dit jaar beperkt toegankelijk. Twee schilderijen over Srebrenica hingen op dat moment op een groepsexpositie in het Stedelijk Museum Schiedam. Bezoekers konden daar toen bloemen leggen onder mijn schilderijen. Dat vond ik heel mooi, want in deze kwestie gaat naar mijn mening disproportioneel veel aandacht uit naar de 400 veteranen van Dutchbat III. De 90.000 Bosnische Nederlanders worden vaak genegeerd, terwijl zij een veel groter verlies en verdriet hebben. Men zou hun stem wel wat luider mogen laten klinken.’ |
Wat zou je graag willen bereiken? |
‘Eigenlijk was mijn droom dat mijn tweeluik United in loss in de Tweede Kamer zou hangen. Op een verzoek daartoe volgde nooit een antwoord, men wil er niet aan herinnerd worden. Het zou ook mooi zijn wanneer het schilderij met de vrachtwagen in Sarajevo, bij de International Commission on Missing Persons in Den Haag een plaats zou krijgen. Het is een beeld van hun werk. Een derde partij zou het voor hen kunnen kopen. Zoals de kwestie Srebrenica moeilijk en gevoelig ligt in Nederland, ontmoet ook mijn werk over Srebrenica vaak een lastige ontvangst. Waar ik blij mee ben, is dat momenteel tien van mijn schilderijen over dit onderwerp hangen in de Laurenskerk in Rotterdam. Daar is tot 29 augustus de tentoonstelling 25 jaar Srebrenica herdacht. Met steun van het CBK Rotterdam hangt er nu een schilderij van mij in de Pauluskerk. Wat ook fantastisch is, is dat Edwin Jacobs destijds twee werken van me heeft aangekocht voor het Centraal Museum in Utrecht.’ |
Waar kijk je naar uit? |
‘Ik ga zeker deze herfst naar Framer Framed in Amsterdam, daar is de groepstentoonstelling From what will we reassemble ourselves. Deze tentoonstelling gaat over de wijze van representatie van de genocide in Srebrenica.’ |
Verder genoemd: Framer Framed https://framerframed.nl/exposities/from-what-will-we-reassemble-ourselves/ Centrum Beeldende Kunst Rotterdam www.cbkrotterdam.nl |
Links: |
Eigen website |
Tentoonstelling momenteel: 25 jaar Srebrenica herdacht 18 juli – 29 augustus 2020 |
Werk van Koole maakt onder andere deel uit van de collecties van: Centraal Museum, Utrecht |
Pauluskerk, Rotterdam |
Museum Jan Cunen, Oss |
Stedelijk Museum, Schiedam |
Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam |
Verzamelaar: |
Goossen en den Otter |
Meta Goossen (Rotterdam, 1955) en Olphaert den Otter (Poortugaal, 1955) Meta Goossen en Olphaert den Otter zoek ik bij hun thuis op: een appartement waar ze worden omringd door tientallen kunstwerken die thematisch zijn opgehangen. Het begin Meta: ‘We verzamelen nu twaalf jaar. Wat we aanschaffen, beslissen we altijd samen. Niet alles is een aankoop, Olphaert is kunstenaar en ruilt soms zijn eigen schilderijen tegen werken die we willen hebben. Vaak stuiten we bij toeval op een kunstwerk. Dat gebeurt meestal tijdens een opening, een beurs of op tentoonstellingen waar Olphaerts werk ook hangt. We noemen het nog niet zo lang ‘onze collectie’. Het besef dat het een collectie is, moest groeien. We schaffen alleen uit liefde de werken aan, niet als belegging of nalatenschap of zo. We laten ons ook niet adviseren, we beslissen zelf. En als een van ons het niet eens is met de aanschaf dan gaat het gewoon niet door. Samen kochten we ons eerste werk op een tentoonstelling in Hasselt. Ik werd gegrepen door een foto van Jean-Marc Chapa met de titel Socialising: Vibrations urbaines 7. Het is een rode gloed die schijnt door een ouderwetse raamjaloezie. Maar Olphaert had al eerder een aantal schilderijen gekocht.’
Olphaert: ‘Mijn eerste werk kocht ik in 1988. Het was een werk van Johan van Oord. In die tijd was dat voor mij financieel een hele aanschaf. Omdat ik een tweede werk van Van Oord wilde hebben, ruilde ik het met hem voor een van mijn eigen schilderijen. Het zijn twee abstracte schilderijen die nu op mijn atelier zijn. Nadien heb ik lange tijd niets meer gekocht. Pas in 2005 kocht ik het schilderij Melancholia van Vittorio Roerade. Ik zag het op Art Rotterdam in de stand van Galerie Ramakers uit Den Haag. Achterop staat nog hoe ik het betaald heb: 10% van de prijs moest ik betalen bij aanschaf en daarna 18 maanden lang een klein bedrag per maand. Het werk is vervaardigd in een interessante techniek: gegoten epoxy. Ik was heel erg geraakt door het onderwerp, het is een jongenshoofdje met vogeltjes op zijn hoofd. Het werk is erg donker, Meta vindt het een beetje luguber, maar de vogels staan voor optimisme. Het werk representeert hoe ik me destijds voelde. Het was geen eenvoudige tijd: de kunstmarkt stortte in door de economische crisis en toen de sector weer opkrabbelde veranderde de vraag enorm. Ik heb me toen opnieuw moeten uitvinden als schilder en dat lukte. Dit schilderij herinnert me aan die periode.’ |
Met welk werk hebben jullie een speciale band? |
Olphaert: ‘Als kind woonde ik op Heijplaat en zag ik de bouw van het SS Rotterdam. Ik tekende de bouw en de te waterlating. Tientallen jaren later zag ik op de Documenta Age of Catastrophe van Malcolm Morley. Ik ben heel blij met een grote kleurenets die we van hem hebben. Deze hangt nu in onze slaapkamer.’ |
Wat is jullie laatste aanschaf? |
Olphaert: ‘Net is er per post een tekening binnengekomen. Hij moet nog ingelijst en opgehangen worden. Maar afgezien daarvan, heeft Ron van der Ende op mijn verzoek onlangs iets gemaakt. Het is een drie dimensionaal werk dat een grammofoonnaald en een langspeelplaat voorstelt. Het is een cadeau voor Meta omdat zij op haar kamer al een aantal kunstwerken van Lp’s heeft.’ |
Wat zouden jullie aanschaffen als geld geen rol zou spelen? |
Olphaert twijfelt geen moment: ‘Een werk van Silvia B.’ Meta: ‘O ja, het meisje met de twee ratten uit de serie Stringendo. We hebben al twee werken van Silvia B. Op de gang staat Cours de la Pensée, een hoge hoed met een stervormig led-licht erin en Zeki een portret in de serie Les Beaux, een potloodtekening met een 3D-element in de vorm van wimpers.’ |
Hoe kwam je op het werk van Peter Koole? |
Peter Koole en Olphaert kennen elkaar al sinds de jaren ’80 van een groepstentoonstelling in de voormalige galerie Van Kranendonk. Olphaert vond het werk van Koole altijd al intrigerend: ‘We zijn elkaar sindsdien altijd blijven volgen. Maar Peters werk was toen al heel groot en ik durfde er eigenlijk niet over te dromen dat ik zijn werk ooit zou bezitten. Het werk van ons beiden veranderde langzaam van figuratief in hard-core realisme. ‘Realisme’ niet alleen in de zin van de manier van weergeven, maar ook het onderwerp dat over de harde werkelijkheid gaat. Ik raakte daarom steeds meer in zijn werk geïnteresseerd. Op een gegeven moment heb ik een artikeltje geschreven over hem met de titel Peter is een realist. Een medeweker van Stroom in Den Haag had dat gelezen en uiteindelijk heeft dat uitgemond in de expositie See You in The Hague (2015). Ik houd enorm van zijn werk en ik miste gewoonweg een werk van hem in onze verzameling.’
Meta: ‘In oktober 2018 hebben we zijn atelier bezocht en Peter zette heel wat schilderijen voor ons klaar. Maar dit werk zat er aanvankelijk niet bij. Peter maakt grote werken met dominante kleuren en vaak beeldt hij heel prominent, confronterende gezichten af. Het is heel mooi in een museale omgeving, maar ik vond niet alles geschikt voor onze huiskamer. Toen kwam dit werk naar voren. Dit is een heel intiem, sfeervol werk. Het heeft een ander palet dan zijn overige werk: het zijn mooie, warme kleuren. Doordat het beeld gekanteld is, volgt onze blik de kijkrichting van het jongetje. We raken daardoor meer betrokken bij het jongetje. Het kantelen maakt het werk ook spannender. Dingen die hoger zijn dan breed hebben nu eenmaal de neiging te vallen. Dat gegeven maakt het wat minder comfortabel en dat past bij het onderwerp. Ik trek me de Palestijnse kwestie ook aan. Eerst waren we bang dat het formaat niet in ons huis zou passen, maar thuisgekomen bleek het toch te kunnen.’ Olphaert: ‘We kregen het schilderij de volgende dag op zicht. Maar ik twijfelde eigenlijk geen moment en pakte meteen de boormachine en het werk is nooit meer weggegaan. Bezoekers zijn altijd heel enthousiast over het werk. Ik zou het fantastisch vinden als een schilderij van Peter Koole in het Frans Hals Museum naast oude schuttersstukken een plaats zou krijgen. Het zijn maatschappelijke tableaus en zo’n combinatie van oud en nieuw in een museum is helemaal van deze tijd.’ |
|
Waar verheugen jullie je op? |
‘Op 2 oktober 2020 opent in Museum Belvédère in Heerenveen de tentoonstelling Aarde en wereld. Daar zullen maar liefst 201 werken van Olphaert tentoongesteld worden. Momenteel staat onze agenda geheel in het teken van die tentoonstelling.’ |
Aarde en wereld, solotentoonstelling Olphaert den Otter in Museum Belvédère in Heerenveen, 2 oktober 2020 – 31 januari 2021. www.museumbelvedere.nl
|
Links: |
Atelier |
Wikipedia |