rf-Interview 08-08-2022 |
||
Het laatste nieuws: | ||
door: Inge RookIk ga langs bij kunstenaars en hun verzamelaars. Met beiden heb ik een gesprek over kunst, verzamelen en het werk dat hen met elkaar verbindt. Link: |
Kunstenaars elders / Artists elsewhere (lees verder) |
|
Kunstenaar - kunst - verzamelaar |
||
"Sgelare (6)" - 2008 Oost-Indische inkt |
Andere interviews:
|
|
Kunstenaar: |
Marjolijn van den Assem |
Marjolijn van den Assem (Rotterdam, 1947) behoort tot de top van de Nederlandse kunstenaars. |
Wist je altijd al dat je kunstenaar wilde worden? |
‘Volgens mij word je als kunstenaar geboren. Al heel jong schreef ik gedichten, tekende en schilderde ik. Ik ben opgegroeid in Rotterdam, maar moest op mijn 15de met het gezin mee verhuizen naar Drenthe, waar ik me ontheemd voelde. Na de middelbare school werkte ik een jaar in het elektronicabedrijf van mijn vader. Ik legde het contact tussen de ontwerper en met degene die de teksten bij de producten schreef. Dat was de dichter Hans Sleutelaar, waar ik een bijzonder contact mee had. Hij was bevriend met Armando en hij kwam uit een wereld waarvan ik dacht, daar moet ik zijn. Ik was een stadskind en hoorde niet in Drenthe. Toen ben ik teruggekeerd naar Rotterdam en naar de Willem de Kooning Academie gegaan. Ik ben van nature onzeker maar werd daar gewezen op mijn talenten. De docenten vonden dat mijn grote kracht lag in het rechtstreeks werken met Oost-Indische inkt en dat ik een natuurlijk gevoel voor compositie had. Tegen mij werd gezegd: als jij karakter of ziel weet uit te drukken in je werk, kun je het ver schoppen. Ik was 18-20 jaar en aan die voor mijn kunstenaarspraktijk vormende aanmoedigingen heb ik heel veel aangehad. Na twee jaar werd ik zwanger, ik wilde graag een kind, en ik ben toen van de academie afgegaan. Tijdens mijn zwangerschap maakte ik mijn eerste boekje met tekeningetjes en tekst. Het ging over zwanger zijn en een kind baren. Ik had mijn eigen weg gevonden met het uiten van zeer persoonlijke gevoelens. Ik ben altijd blijven werken. Ik kreeg opdrachten van o.a. de Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw. Ik maakte pentekeningen; de ene dag van een kropsla en de andere dag van spruitjes of een bloem. Daar heb ik veel van geleerd. Inmiddels heb ik vier grote boeken gemaakt, waar ik erg trots op ben’.
|
Je hebt in interviews herhaaldelijk de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) je ‘startmotor’ genoemd. Kun je dat toelichten? |
‘Vanaf mijn 16e raakte ik door lessen op school gebiologeerd door Sartre, rond mijn 30e ben ik mij echt gaan verdiepen in allerlei filosofische richtingen. Van een vriend kreeg ik het boek Ecce homo, van Friedrich Nietzsche. Ik heb het boek verslonden en het is nog steeds mijn favoriete boek. Vanaf de eerste bladzijde blaakt het van zelfvertrouwen: Nietzsche werd ondergewaardeerd, dan moet je haast jezelf wel overtuigen van je grootheid. Ik ben zijn hele oeuvre gaan lezen. Ik lees en herlees en probeer de teksten te doorgronden en mij eigen te maken. Het is moeilijke materie. Wat ik het meest aan Nietzsche bewonder is zijn moed. Mijn werk heeft zware levensbeschouwelijke onderwerpen, veel lezen heeft mij zelfvertrouwen gegeven. Het werk van Nietzsche is mijn startmotor, ik gebruik het als aandrijfmotor, maar ik ben geen filosoof’. |
Kun je dit uitleggen aan de hand van het werk ‘Sgelare (6)’ dat Wessel de Jonge en Rob Michels hebben gekocht? |
‘Ik vind een thema, ik werk in series, ik diep een onderwerp of citaat uit, het is gebleken dat dat ongeveer zeven jaar in beslag neemt. Vaak kom ik daarna in een soort niemandsland en dan begin ik weer opnieuw met lezen. Zo kwam ik bij dit citaat … ‘to linger like the waterfall, that lingers even while it plunges’. Dat vind ik zo’n ruimtelijke manier van taal gebruiken, daarom gebruik ik in dit geval het Engels waarbij dat nog sterker lijkt. Je ziet hoe dat water aarzelt, het vliegt een klein stukje. We denken aan vrijheid bij dat neerdonderende water, maar er is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te berekenen waar ieder druppeltje terecht komt. Dat vind ik zo’n prachtig gegeven dat kun je helemaal naar je eigen leven doortrekken. Hoe je voortdurend beslissingen moet nemen, hoe je een tijdje in het luchtledige bent totdat je weer landt. Toen ik dat las, realiseerde ik mij dat ik in Zwitserland in Sils-Maria de oer waterval en in Genua en Nice artificiële watervallen heb gezien. Daar ben ik naar teruggekeerd om me met het vallende water te identificeren. Naar aanleiding daarvan ben ik aan de slag gegaan. Het is geen vooraf opgezet plan, maar het rijpt door de jaren heen. Het belang van een tekst wordt mij pas duidelijk als ik hem overschrijf, soms vele malen overschrijf. Daarna kom ik pas tot beelden. Nietzsche schreef bijvoorbeeld, ‘Ik denk dat ik in de fase van mijn leven ben dat ik schrijf in de taal van de dooiwind’. Toen dacht ik, dat gaat over mij, die fase heb ik ook bereikt. Ik heb laten zien wat dat betekent in mijn derde boek ‘de taal van de dooiwind’. Het is mijn levens-reisverslag. Een deel van dit verslag heet ‘Sgelare’ wat ontdooien betekent’. |
Het atelier van Marjolijn van den Assem |
Het is werk uit een hele serie watervallen. Waarom werk je met series? |
‘Het is een werkproces, ik wil teksten doorgronden, doorleven, me eigen maken, ze op mezelf betrekken, niet omdat ik denk dat ik uniek ben maar omdat ik denk dat medemensen zich in mijn gedachtegang of manier van verbeelden kunnen herkennen. Zo ook met het citaat van de waterval. |
Hoe is de aankoop tot stand gekomen? |
‘Wessel en Rob kwamen op bezoek toen ik midden in het proces zat; mijn atelier hing vol met watervallen. Ik heb het verhaal achter die waterval aan hen verteld en uitgelegd dat dat trefzekere gebaar dat ik met Oost-Indische inkt in deze tekening maak iets is, waarvan ik denk dat het voor mij onmogelijk anders tot stand kan komen. Deze waterval is zo ‘to the point!' Maar ja, dat merken slechts weinigen op. Alles staat op zijn plek. Toen ze dat hoorden, wilden zij deze hebben’. |
Hebben Wessel en Rob nog andere kunstwerken van jou? |
‘Ja, ze hebben vrij veel. Grotere en kleinere werken. Ik bied op mijn blog, bij het begin van iedere maand, één werk aan voor weinig geld, dat is heel populair en mensen blijven daarvoor wakker. Wessel en Rob hebben bijvoorbeeld ook een paar keer een werk van de maand gekocht. We waren al bevriend, maar de waardering voor mijn werk heeft onze vriendschap verdiept’. |
Wat hangt er achter je aan de muur in je atelier? |
‘De teksten die daar hangen en die ik op de muur heb geschreven, zijn voorbereidingen voor mijn tentoonstelling ‘bewustzijn van schijn’ bij TENT in Rotterdam onlangs. De muren in het Kunstencentrum zijn zes meter hoog en ik wilde daar mijn lievelingsteksten op de muren schrijven. Ik werk altijd op de vloer en ik wilde oefenen hoe de teksten eruitzagen als ze verticaal getoond werden. En of ik überhaupt durfde intieme teksten als 'Ik drink de vlammen die uit mij breken, in mijzelf terug’ te laten zien. Ook wilde ik weten wat de inkt zou doen als ik op de muur zou schrijven’. |
Is er iets dat je nog wilt vertellen? |
‘In wezen vertel ik voortdurend een verhaal via mijn werk, maar ik vind het ook heerlijk om dit voor een zaal met mensen te doen. Een cruciaal moment voor mij was, dat de Radbouduniversiteit mij gevraagd had om op een internationaal congres voor Nietzschekenners over mijn manier van werken te vertellen. Ik was erg zenuwachtig, maar toen ik daar stond, vond ik het fantastisch. Ik zei dingen als ‘ik vreet die tekst op, ik laat hem door mijn hele lijf gaan, ik incorporeer de woorden. Ik kreeg een oorverdovend applaus. Naderhand zeiden toehoorders dat ze nog veel meer hadden willen horen omdat het een totaal andere benadering is dan de strikt filosofische. Ze konden bovendien de intensiteit van mijn werkwijze meevoelen. Je doet er mensen dus een plezier mee. Daarna heb ik nog een paar keer zulke ervaringen gehad. Ik word bijna als een soort Nietzschekenner neergezet, wat ik in mijn ogen helemaal niet ben. Ik ben geen filosoof, ik wil geen filosoof zijn. Ik ben in de eerste plaats beeldend kunstenaar, ik gebruik teksten als aanjager voor mijn werk’. |
In 2023 zal werk van Marjolijn van den Assem te zien zijn in de groepstentoonstelling ‘The Wandering Eye’ in de Vishal in Haarlem. |
Links: |
Website Marjolijn van den Assem |
VIDEO: de taal van de dooiwind |
Boekpresentatie Marjolijn van den Assem |
TENT Rotterdam |