Zoek op deze site:
     

rf-Interview 19-09-2021

  ramfoundation
    Het laatste nieuws:

door: Judith Kuipéri

Ik ga langs bij kunstenaars en hun verzamelaars, op zoek naar hun verhaal en wat hen bindt: het werk dat ze maakten en kochten.

Link:
linkedin
  laatste nieuws
Kunstenaars elders / Artists elsewhere (lees verder)

Kunstenaar - kunst - verzamelaar

 
je_visser_beeld
"Zonder titel (Plastikos III)," - 2021

hergebruikt kuilbalen folie, karton, anorganisch huisvuil, zeeklei, devotiekaarsstompjes,
62 x 53 x 47 cm

 

Andere interviews:
Judith Kuipéri

 

 

 

 

 

anbi

     
 
Kunstenaar:
 

Jan Eric Visser

 
je_visser_portret
 

Jan Eric Visser op de tentoonstelling in Viervaart.

Jan Eric Visser (Leeuwarden, 1962) studeerde tussen 1982 en 1987 aan de kunstacademie van Kampen en van 2000 tot 2001 aan de Willem de Kooning Academie. Zijn werk was op meer dan 45 groepstentoonstellingen te zien. Ook had hij verschillende solotentoonstellingen. Momenteel zijn negen recente werken van hem te zien op de tentoonstelling Plastikos bij VierVaart. Stedelijk Museum Schiedam had vorig jaar de tentoonstelling De vuilniszak als muze. Schone kunst van Jan Eric Visser en kocht een werk van hem aan.

Ik mail Jan Eric Visser omdat ik hem wil herinneren aan de afspraak die we de volgende dag hebben.

Op hetzelfde moment dat ik op send druk, komt er een mailtje binnen. Het is van Jan Eric Visser, of ik morgen een boterhammetje wil mee-eten.

De ochtend erna kom ik in een klein stukje Amsterdam(se school) in Rotterdam. Ik bel aan bij een huisnummer dat gedecoreerd is met objets trouvés: het huis van een kunstenaar. Jan Eric Visser en Jetty Keuning doen open. Een gesprek ontvouwt zich.

 

Jan Eric: ‘Gisteren mailden we elkaar gelijktijdig. Zo gaat dat nou enorm vaak. Dingen dienen zich aan. Zo werk ik ook, heel intuïtief. Ik word getriggerd door iets in de vuilniszak, een intrigerende verpakking, een boomblad op straat dat kromgetrokken is, het kan van alles zijn. En als ik dan aan de slag ga, raak ik in een andere soort staat van zijn. Ik voel me daarom ook niet zozeer de creator. Materiaal en natuur laten zich nu eenmaal niet beheersen. Het is heel spannend wat eruit komt. Daarom is mijn motto: ‘Form follows garbage.’

 

Jan Eric Visser maakt beelden van niet-organisch huisvuil, van dat wat hij in zijn eigen afvalzakken vindt. Een sokkel maakt hij vaak in de vorm van een kist waarin het beeld ook opgeslagen en vervoerd kan worden. Kleinere werken verpakt hij in dozen van hergebruikt karton die hij heel secuur op maat vervaardigt: een kunstwerkje an sich.

 

Jan Eric: ‘Ik maak van het meest achteloze, iets waardevols. Mijn eigen huisafval zit opgesloten in de vormen. Grondstoffen worden steeds schaarser. De noodzaak om afval te hergebruiken en het vinden van een methode om dit goed te realiseren, wordt steeds urgenter. Daarom zal ons afval als grondstof heel waardevol worden: het wordt het nieuwe goud. Ik denk dat in de toekomst mijn beelden geopend zullen worden omdat er waardevolle grondstoffen in zitten.’

 
Je recente beelden zijn heel verschillend van het werk waarmee je bekend bent geworden: grilliger van vorm, egaler van kleur. Waar komt die verandering uit voort?

‘Met steun van het Mondriaanfonds kon ik artist in residence worden in VierVaart. Ik mocht daar begin 2021 drie maanden aan de slag. Aan het eind van die periode volgde een tentoonstelling van mijn gemaakte werk. In Rotterdam heb ik een heel klein, overvol atelier, maar in VierVaart had ik een grote en hoge ruimte tot mijn beschikking. Dit stelde me in staat om op te schalen: meer materie en omvangrijkere werken en bovendien kon ik er een andere werkmethode volgen.

Ik had afspraken gemaakt met boeren in de omgeving van VierVaart. Zij hadden gebruikt kuilgrasfolie voor me bewaard waarmee ik aan de slag wilde. Het is zijdeachtig, heel dun folie dat vele malen gewikkeld wordt om balen pas gemaaid gras. Dat kuilgras is veevoer en na gebruik gaat normaliter het folie de vuilverbranding in. Dat folie was vervuild: op de oppervlakte en tussen de lagen zat vocht en resten van kuilgras en toevoegmiddelen (suikers, zuren en zouten). De foliewikkels heb ik een voor een afgepeld tot de losse lagen folie vrij kwamen. Die heb ik aan stokken te drogen gehangen in de buitenlucht. De kou en de wind hielpen het folie te reinigen. Het folie heb ik vervolgens verwarmd met gebruikmaking van de zonnepanelen op het dak. Aanvankelijk schrokken we van de penetrante geur van het vervuilde plastic, maar het is goed gekomen. Het was reuzespannend om met dat folie aan de slag te gaan. De eigenschappen van het materiaal waren mij onbekend en het vervormde heel snel onder invloed van warmte. De vormen die toen ontstonden heb ik niet voorzien van een papieren huid, zoals ik normaal doe. Ik moest snel werken maar wat ook meespeelde is dat het folie al een soort huid was. Ik hing de folies in de ruimte die zich zo vulde met enorme hoeveelheden plastic. Ik associeerde dat met huiden van koeien die in een slachterij hangen.’

Wat voor huid bracht je aan op eerder werk?

‘Normaal voorzie ik de beelden van een gladde, gemêleerde huid: een tijdrovend proces. Die huid stel ik samen uit gemalen papierresten en stompjes van devotiekaarsen uit kerken. De beelden die ik maakte in VierVaart hebben die laatste behandeling niet ondergaan, dus het ruwere plastic oppervlak blijft daarin zichtbaar.’

Je zei: ‘Ik voel me niet de creator’, wat bedoel je daar precies mee?

‘De werkmethode die ik hanteer, heb ik zelf ontwikkeld en verbeterd door de jaren heen. Maar toch ben ik niet de baas van het resultaat. Hoewel ieder materiaal zijn eigen wetten kent, blijft creëren een mysterieus en langzaam proces.

De beelden bestaan eigenlijk uit een assemblage van huisvuil: voornamelijk verpakkingen. Voor de huid vermaal ik papier in een blender. Ik gebruik huis-aan-huiskrantjes die gedrukt zijn op goedkoop papier. Dat natte papier breng ik aan in een laag van ongeveer een centimeter. Dat laat ik langzaam drogen en werk het onderwijl bij. Wanneer dat te snel zou gebeuren, komen er scheuren in die weer bijgewerkt moeten worden. De vorm van het beeld kan veranderen door het gewicht van de natte papierlaag. Dat hele proces van bekleden duurt anderhalf tot twee weken. Het eindresultaat wordt dus in hoge mate bepaald door de hele bewerkingstechniek, de vorm van het afval, de kleur van het papier dat ik gebruik, door toeval en door mijn intuïtie.’

je_visser_atelier

Hoe vond je het om met voor jou nieuw materiaal te gaan werken en een nieuwe techniek uit te proberen?

‘Aanvankelijk was ik wanhopig over het resultaat. Na drie maanden moet er toch wel een goede expositie komen dus ik voelde die druk bij de start wel. Ik heb me af en toe beroerd gevoeld over een kunstwerk maar uiteindelijk zijn dat weer de mooiste beelden geworden. Uiteindelijk heb ik in die drie maanden, achttien beelden gemaakt waarvan er nu negen op VierVaart te zien zijn en vijf op Gallery Viewer bij RAM.’

Voeg je iets anders toe dan je eigen huisvuil en wat water?

‘Nee, ik hanteer een hele kleine kringloop. Ik moet eten en drinken en ik moet kunst maken. De post en de boodschappen komen mijn huis binnen. Wat ervan overblijft, komt als kunst weer het huis uit. Ik koop geen materialen voor mijn kunst: geen verf, lijm of stijfsel. Het resultaat is heel sterk en licht.

Soms lopen kunstwerken vast, maar dan wordt het geen afval. Ik gebruik het opnieuw als basis voor een beter werk.’

Waar komt je werk uit voort?

‘Afval was niet van meet af aan een thema voor me. Maar al vroeg kon ik mij onprettig voelen bij overdadige kerstdiners. Toen ik kind was, speelde de honger in Biafra en dat greep me erg aan.

Ik was 10 jaar, toen de Club van Rome het rapport ‘Grenzen aan de groei’ publiceerde. Toen ik daarover hoorde, nam ik het heel serieus op. Ik begrijp daarom Greta Thunberg ook erg goed. Waar jonge mensen voor gesteld worden, is verschrikkelijk.’

‘Op jonge leeftijd verloor ik mijn vader waardoor ik me het universum in geslingerd voelde. Vier jaar later stierf een broer waar ik veel van hield. Het besef groeide daarna dat wat ik op aarde zou doen, ook werkelijk zin moest hebben. Het was een zoektocht om dat in te vullen. Ik honkbalde, ik turnde en tekende veel. Uiteindelijk kwam ik erop uit dat kunst maken voor mij de beste manier daarvoor is.’

‘Op de academie heb ik me intensief getraind in het kijken, ècht waarnemen: almaar vormen inhaleren, kijken hoe iets in elkaar zit. Ik heb ook allerlei materialen onderzocht. Steen en hout vielen voor mij af. Die materialen zijn voor mij al perfect in zichzelf. Daar moet je niet in gaan zagen of hakken, vind ik.’

Hoe zie je de huidige maatschappij?

‘Ik probeer zo min mogelijk te vervuilen. Wat nu gebeurt, overstromingen, bosbranden en orkanen, is een verschrikkelijk gevolg van het gedrag van ons mensen. En dat is al zo lang bekend, maar enorme machtsblokken houden die processen in stand: oliemaatschappijen hebben belang aan de in stand houding van het overdadig gebruik van plastic. Afijn, het hele probleem is samen te vatten doordat er zoveel mensen zijn die alleen nog hun geluk kunnen vertalen in geld waar ze steeds meer van nodig denken te hebben.’

Veel kunstenaars die dat aan de orde stellen, tonen ready mades: voor de Biënnale wordt afval opgevist uit de lagune van Venetië, bijvoorbeeld.

‘Dat soort kunst confronteert het publiek met de gevolgen van vervuiling. Het publiek is geschokt en gaat naar het volgende kunstpaviljoen. Dat is voor mij niet interessant genoeg. Als je gevoel hebt dat er verandering mogelijk is, moet je een stap verder zetten. Ik wil met mijn kunst het pure mysterie van wat het leven is, omarmen en alles verder loslaten. Dat is voor mij een voorwaarde om naar het stadium toe te komen van kunst creëren.’

ijdens de lunch schuift zijn partner Jetty Keuning aan

Jan Eric: ‘Mijn werk raakt aan het mysterie van leven en dood. Ik voel me onmachtig om daar grip op te krijgen. Mijn houvast zoek ik in de kust, want kunst is de taal voorbij. Daar waar je niet meer kunt praten over dingen, begint de kunst. In dat domein probeer ik te komen en ik wil mensen daarbij betrekken zodat ze geraakt worden door dat mysterie en de verwondering over het leven. Ik noem mezelf wel eens een activist die is ondergedoken in de kunst, maar dat vindt Jetty niets.’

Jetty: ‘Nee natuurlijk niet, je bent niet ondergedoken in de kunst, je bent een kunstenaar. Je combineert een concept, materie en activisme. En dat is uniek.’

Jan Eric besluit: ‘Ik maak… that’s it!’

 

Tot en met 10 oktober 2021 te zien:

Plastikos bij VierVaart: Barendijk 5, Groede - Zeeuws Vlaanderen

Geopend: zaterdag en zondag 13.00 - 17.00 uur.

Links:
Website Jan Eric Visser
Facebook
Instagram
Over VierVaart
Verder lezen
Kunstambassade
Galleryviewer
 
 
Verzamelaar:
 

Jaap Pereira

 
pereira_portret
 

Jaap Rodrigues Pereira (Arnhem, 1949) heeft een carrière achter de rug in de financiële sector. Sinds zijn pensionering richt hij zich volledig op de kunst. Hij verzamelt, is actief in het bestuur van de Kunstambassade en is verbonden aan de ramfoundation. In de jaren ‘90 was hij betrokken bij de oprichting van Kranenburgh in Bergen Noord-Holland. Ik bezoek hem in zijn appartement dat uitkijkt over de Nieuwe Maas. Waar je zit of loopt word je omringd door kunst. Prominent in zijn huiskamer staat een groot beeld van Jan Eric Visser.

Jaap Rodrigues Pereira bij een beeld van Jan Eric Visser

Tijdens ons gesprek houdt hij een half oog gericht op zijn beeldscherm: er is een veiling bezig en hij wil een bod uitbrengen op een werk van Mari Boeyen. Tijdens ons gesprek staat hij af en toe op en trekt katoenen handschoentjes aan om werken te tonen: een sculptuur van Cor van Dijk, een schilderij van Frank Fischer en verschillende beelden van Jan Eric Visser.

 
Wat trok je aan in het werk van Jan Eric Visser?

‘Ik heb hier drie beelden van hem. Een klein beeld was 3,5 jaar geleden mijn eerste aanschaf, maar we kennen elkaar al langer ik schat een jaar of 10 à 15 jaar. De missie van Jan Eric Visser en het thema in zijn werk spraken me enorm aan. De associatie van recyclen van afval vind ik een heel optimistisch uitgangspunt. De noodzaak dat er verandering moet komen is inmiddels breed geland, maar daarin heeft hij altijd voorop gelopen. Ik was later eens bij Jan Eric en Jetty thuis en toen stonden daar allemaal kisten met foto’s erop van de beelden die erin zaten. Het grootste beeld van Jan Eric dat hier nu staat, kwam uit zo’n kist tevoorschijn. De foto trok me nog niet zo aan, maar de kist werd opengeschroefd -dat is al een heel ritueel- en daar kwam dit prachtige beeld uit. Ik vond het adembenemend. Toen ik het had gekocht kon ik het niet meteen meenemen want het stond klaar voor de tentoonstelling Paper Art in CODA. Ondertussen kreeg ik zolang een ander werk van Jan Eric in bruikleen.’

Terwijl Jaap het beeld omdraait: ‘Ik moet hem eens omdraaien, dan kan ik het weer eens van een andere kant bekijken. Het beeld dat ik het meest recent aankocht van Jan Eric, komt uit VierVaart. Ik wist dat hij daar met een nieuwe techniek bezig was. Ik was bij de opening van de tentoonstelling en heb toen hiervoor gekozen.’

Wat zijn jouw drijfveren om kunst te kopen?

‘Iedereen die geen kunst koopt, ontzegt zichzelf het recht om te genieten. Ik zit echt dagelijks in mijn appartement om me heen te kijken en kan dan mateloos genieten van wat ik zie. Van elk stuk weet ik ook nog precies welk gevoel ik had toen ik besloot het te kopen. Ik leef echt met mijn kunst.’

Even later: ‘Ik vind het belangrijk dat kunst gekocht wordt. Het is goed voor de kunst en voor de wereld in het algemeen als er meer aandacht is voor kunst. Ik geef ook uiting aan mijn waardering voor een kunstenaar door iets te kopen. Voor de kunstenaar is een aankoop immers een belangrijke erkenning.’

Heb je advies voor beginnende kunstkopers?

‘Ik heb een totaal andere kunstbeleving dan een starter. Voor een beginnende koper is het al heel wat om één werk te kopen. Ik heb van een aantal kunstenaars meerdere werken. Maar concreet: kijk veel en onderzoek wat je mooi vindt. Catawiki is een mooie bron, je krijgt daar ook een idee van prijzen. Een manier om jongeren kennis te laten maken met kunst moet denk ik via nieuwe instituten als Instagram en zo. Die zijn daarvoor meer geschikt dan galeries en musea. De klassieke galerie is voor de jonge kunstkoper niet het kanaal. Voor de gevestigde kunstkoper houdt de galerie denk ik wel zijn waarde.’

Er is zo veel ‘Ikea- en Piet Klerkx-kunst’ in de Nederlandse huiskamers. Zijn er te hoge drempels om serieuze kunst te kopen?

‘Oeh, ingewikkelde vraag. Ik ervaar zelf totaal geen drempel. Het verzamelen is voor mij bijna een manie. Ik was zelf een jaar of 22 toen ik voor het eerst een galerie inliep. Ik zeg vaak: “Toen merkte ik dat je daar helemaal niet doodgeschoten wordt.” Maar ja, die gedachte gaat er inderdaad wel vanuit dat er een drempel is.’

JK: ‘Speelt het mee dat er grote onzekerheid is over wat een aannemelijke prijs is?’

‘Tsja, wat een goede prijs is, kan niemand je vertellen, dat is feitelijk ook onmogelijk. Waarom is het ene werk veel waard en waarom is een ander steengoed werk onverkoopbaar? Soms merk ik op veilingen dat iets veel goedkoper is dan ik elders heb gezien, maar ook andersom komt voor. Ik zag eens een beeld voorbijkomen dat indertijd als een relatiegeschenk werd geproduceerd in een grote oplage. Daar werd op een veiling serieus geld voor gevraagd.’

‘Maar je hoeft echt geen vermogen uit te geven als je een kunstwerk wilt kopen. Met uitzondering van het grote schilderij van Olphaert den Otter en een beeld van Jan Eric Visser, heb ik geen bijzonder kostbare werken. Ik heb bijgehouden wat ik heb uitgegeven aan mijn collectie en dat is heel schappelijk. Maar bij aankoop speelt voor mij geen enkele beleggingsoverweging. Ik vraag me ook geen moment af of ik mijn investering weer terug zal krijgen. Dìt hier is mij bijvoorbeeld heel dierbaar.’ Hij toont me een ingelijste krantenpagina. Het is een afdruk van een aquarel met daaroverheen in grote letters een gedicht van Jan Wolkers. Het artikel op de achterzijde van de pagina, schijnt erdoorheen.

JK: ‘Speelt het mee dat er onzekerheid is of een werk echt of vals is?’

‘Ook dat kan. Ik heb een aantal werken van Marino Marini gekocht voor niet al te veel geld. Of ze echt zijn of niet, interesseert me minder dan dat ik ze schitterend vind. Ik heb altijd nog het plan om naar de Fondazione Marino Marini te gaan in Pistoia om ze op echtheid te laten checken, maar dat is door de corona er nog niet van gekomen. Maar ja, feitelijk verandert er door hun oordeel helemaal niets. Ik zal ze nooit verkopen. En of ze echt zijn of niet: ze worden er niet mooier of minder mooi door.’

pereira_huis

Het werk van Jan Eric Visser
Zonder titel (Plastikos III), 2021, hergebruikt kuilbalen folie, karton, anorganisch huisvuil, zeeklei, devotiekaarsstompjes, 62 x 53 x 47 cm

Hanteer je criteria bij de aankoop van kunstwerken?

‘Nee ik ga puur af op mijn gevoel. Ik heb een gevoel voor kunst ontwikkeld door heel veel kunst te bekijken in musea, op veilingen en beurzen. Ik heb wel een voorkeur voor beelden, maar er zit niet echt een lijn in mijn collectie. Zelf maak ik ook wel eens beelden uit graniet en andere steensoorten. Ook daar leer je van kijken. Mijn partner heeft kunstgeschiedenis gestudeerd en kan feilloos onder woorden brengen waarom iets een goed werk is. Dat heb ik niet. Wanneer ik een werk zie dat me aanspreekt dan moet ik me zo ontzettend inhouden om het niet te kopen.’

Wat is volgens jou de definitie van een verzamelaar?

‘Berry Koedam zei eens: “Heb je meer kunst dan je thuis kunt ophangen, dan ben je een verzamelaar.” En zo is dat: je bent een verzamelaar als je kunst niet alleen koopt om witte muren te vullen.’

Ben je opgegroeid in een kunstminnend milieu?

‘Nee, mijn ouders hadden wel smaak maar er was geen noemenswaardige kunst in huis. Zelf woonde ik een tijd in Bergen, een echt kunstenaarsdorp, maar daar was ik niet vanwege de kunst maar door mijn werk verzeild geraakt. Mijn eigen kinderen heb ik veel meegesleept naar musea en jeugdconcerten. In 1995 verhuisden we naar Rotterdam en daar was toen een expositie die uitsluitend toegankelijk was voor kinderen tot 18 jaar. De bedoeling was dat de ouders buiten bleven en de kinderen 50 of 75 gulden meegaven om iets te kopen wat ze mooi vonden. Dat deden mijn zoons en stuk voor stuk kwamen ze met mooie dingen naar buiten. Het grappige was dat ze de namen van de kunstenaars hadden afgeplakt om te voorkomen dat de kinderen in opdracht van hun ouders iets zouden kopen.’

Vervreemd je wel eens werk?

‘Nee, ik geef wel eens wat aan mijn zoons. Maar ik wil wel graag dat te zijner tijd het schilderij van Olphaert weer in Museum Boijmans Van Beuningen komt te hangen. Ik heb het twee maal uitgeleend aan Museum Belvédère in Heerenveen, maar in Rotterdam hoort het thuis.’

Zijn er andere manieren dan kunst aankopen, om kunstenaars actief voor het voetlicht te brengen? Je leent dus bijvoorbeeld wel eens werk uit aan musea.

‘Ja klopt. Maar daarin speel ik geen actieve rol. Het zou wel prachtig zijn als ik daar de kans voor zou krijgen. Ik zou er dan zeker mijn best voor doen, maar mijn netwerk is niet dat van verzamelaars en musea.’

JK: ‘Geef je wel eens een opdracht voor een werk? ‘

‘Nee, dat is eerlijk gezegd ook nooit in mij opgekomen.’ Peinzend vervolgt hij: ‘Ja eigenlijk doe ik ook alles op gevoel. Wanneer je een opdracht geeft, ga je ervanuit dat je een idee hebt.’

Je bent als ambassadeur verbonden aan de Kunstambassade, wat houdt dat in?

‘De Kunstambassade brengt verzamelaars in direct contact met kunstenaars. Kunstenaars worden ervoor uitgenodigd om deel te nemen. Voorbeelden van hun werk staan op de website. Het publiek kan zijn interesse aangeven voor een werk, online kopen maar bij voorkeur maken ze een afspraak in het kunstenaarsatelier. Van ieder werk dat via de Kunstambassade wordt verkocht, gaat 20% van het aankoopbedrag naar een zogenoemd Solidariteitsfonds dat wordt verdeeld onder de deelnemende kunstenaars. De Kunstambassade is opgericht in coronatijd. Oorspronkelijk zou dat zijn voor een periode van drie jaar, maar ik denk dat het initiatief meer toekomst heeft. Door mijn ambassadeurschap bij de Kunstambassade leer ik veel kunstenaars persoonlijk kennen en dan vind ik het ook leuk om bij hen wat te kopen.’

Een dag later staat het werk van Mari Boeyen in zijn huiskamer. Op FaceBook plaatst Jaap een berichtje “Hulp gevraagd. Net een waanzinnig nieuw werk verworven. Maar… waar moet ik het plaatsen?”

Links:
De Kunstambassade
FaceBook
Parool