rf-Interview 08-02-2020 |
||
Het laatste nieuws: | ||
door: Judith KuipériIk ga langs bij kunstenaars en hun verzamelaars, op zoek naar hun verhaal en wat hen bindt: het werk dat ze maakten en kochten. Link: |
Kunstenaars elders / Artists elsewhere (lees verder) |
|
Kunstenaar - kunst - verzamelaar |
||
"Bijlmerbajes " - 2007 behangpapier, 80 x 40 cm |
Andere interviews:
|
|
Kunstenaar: |
Desiree de Baar |
(1972, Ovezande) De Rotterdamse Desiree de Baar studeerde Autonome beeldende kunst aan de Willem de Kooning Academie. Ze is onder andere bekend van haar textiele werk dat site-specifiek is: driedimensionale objecten van vilt, stof, papier of breiwerk. Vaak maakt ze een gedetailleerde weergave van techniek, patronen en plattegronden. Door de prominente plaats die haar kunst heeft in de architectuur, creëert ze hiermee een nieuwe ervaring van de ruimte. Haar werk wordt regelmatig geëxposeerd en maakt deel uit van diverse privé- en bedrijfscollecties. Van 2008–2012 was zij curator van de Bewaerschole, de tentoonstellingsruimte voor experimentele en actuele kunst in Burgh-Haamstede. Sinds 2008 werkt De Baar ook als docent en student-loopbaancoach op de Willem de Kooning Academie. |
Het begin… |
“Op de Havo had ik tekenen als examenvak en ik overwoog om naar de academie te gaan. Uiteindelijk heb ik besloten dat niet te doen en ging ik logopedie studeren en vervolgens pedagogiek aan de universiteit. Tussen 1995 en 2002 werd het Van Abbemuseum langdurig verbouwd. Op een tijdelijke locatie werden toen exposities georganiseerd onder de noemer Van AbbeMUSEUM entr’acte. Ik bezocht ze regelmatig en ik was onder de indruk van de hedendaagse en site-specifieke kunst die daar te zien was. Toen besloot ik me te gaan richten op mijn eigen ontwikkeling als maker en naar de kunstacademie te gaan. Eerst stelde ik mezelf ten doel überhaupt toegelaten te worden, vervolgens af te studeren en uiteindelijk in een museum te exposeren. Mijn afstudeerproject was een gebreid zelfportret. Ik vertaalde vormen in breipatronen: een heel technische maar ook een conceptuele benadering die ik in mijn latere werk heb doorgevoerd.” |
Waar sta je nu? |
“Pas nadat ik enkele exposities achter de rug had, durfde ik mezelf kunstenaar te noemen, maar ik heb nog steeds moeite met dat begrip. Ik doe immers zoveel meer: ik ben kunstenaar maar ook docent, ik heb soms een currerende en soms een dienende rol bij exposities. Eigenlijk heb ik een praktijk waarin ik die verschillende rollen combineer in mijn kunstenaarschap. Zelfs de aanleg en verzorging van een kleine dak-akker op ons huis, beschouw ik als onderdeel van mijn praktijk. Wat ik daar doe, is van invloed op het autonome werk dat ik maak maar het is ook verweven met mijn baan als student-loopbaancoach op de Kunstacademie. Op de academie moedig ik studenten aan om zelf door te denken en dieper te graven in onderwerpen. Ik geloof niet in dwingende adviezen. Die leiden meestal niet tot zelfstandige keuzes.”
“Ik maakte veel werk dat uitgaat van het pure waarnemen, het registreren zonder er betekenis aan toe te voegen. Dat werk is nu te bezichtigen bij 38 CC in Delft. Maar recenter werk gaat meer over de cerebrale kant van ideeën. Ik breng bijvoorbeeld citaten van verschillende filosofen bijeen met geborduurde tafelkleden op keukentafels die bepaalde ruimtes representeren: het zijn plattegronden, verschaald naar tafels.” |
Wie bewonder je? |
“Ik ben in mijn vroege werk geïnspireerd door Femme Maison van Louise Bourgeois: de positie van de vrouw en de ruimtelijke aspecten in haar vroege werk fascineren me. Ik bewonder ook de Duitse conceptuele kunstenaar Rosemarie Trockel en de jong gestorven Eva Hesse die grote sculpturen maakte. Karin Arink is een collega op de academie maar ook een kunstenaar die ik bewonder. Zij werkt vanuit het materiaal en maakt erg mooie werken. Een kunstwerk dat ik geweldig vind is Wachsraum van Wolfgang Laib. In museum De Pont in Tilburg heeft hij een ruimte helemaal bekleed met natuurlijke bijenwas.” |
|
Dit werk is voor mij… |
“Het werk dat bij Mirjam hangt, is onderdeel van een serie kleinere werken die ik toen maakte. Ik kocht destijds in Engeland bijzondere behangpapieren, 19e-eeuwse ontwerpen van William Morris die nog steeds worden geproduceerd. Mijn voorkeur ging uit naar florale motieven die zich steeds naadloos herhalen. Voor sommige werken scheurde ik het papier, om verval en woekering uit te drukken. In dit werk maakte ik de contouren juist heel scherp en precies, passend bij het onderwerp. Het effect van architectuur op de mens en met name de disciplinerende werking van architectuur vind ik boeiend. Hoewel het werk al ouder is, heeft het toch een nauwe relatie met mijn huidige werk: het ruimtelijke en het interieur zijn voor mij nog steeds thema’s.” |
Reageer: |
Desiree trekt een lootje. Albert Camus schreef: ‘Als de wereld begrijpelijk was, zou er geen kunst bestaan.’ Desiree: “Als alles om je heen meteen duidelijk was, zou er inderdaad minder aanleiding zijn om kunst te maken. In het creatieproces is het denken mijn uitgangspunt, maar dat gaat niet ten koste van de poëtische kracht van kunst. Poëtische ideeën over architectuur haalde ik bijvoorbeeld uit het boek Poetics of Space, van de Franse filosoof en dichter Gaston Bachelard. Dat werk van Laib is ook heel poëtisch, het is meerduidig, niet hard gedefinieerd, met zijn geur en sfeer. De ongrijpbaarheid van beeldende kunst vind ik aantrekkelijk.” |
Hier verheug ik me op… |
“Ik wil graag de installaties zien van Oscar Peters in de Haagse Electriciteitsfabriek. Ik kijk ook uit naar het project AAN (ANNA) van Karin Arink en Julie Muller over de Rotterdamse textielkunstenaar Anna Verwey-Verschuure (1935-1980). Ik verheug me ook op de evenementen rondom Art Rotterdam, de open ateliers en de bottom up organisatievormen die de verbinding met de maatschappij opzoeken en minder een commercieel oogmerk hebben.” |
Wat voeg je toe aan mijn schetsboek? |
Desiree waarschuwt: ”Ik ben geen tekenaar, maar ik zal buiten mijn comfortzone iets tekenen.” Ze schetst aandachtig in vloeiende bewegingen met een kohlpotlood een 17-eeuwse prent van een alruinplant na. “In de daktuin wil ik ook alruin gaan planten. Het is een bijzondere plant: de wortels hebben de vorm van een mens. Alruin heeft een psychedelische werking, het was de XTC van de Middeleeuwen. Ik leerde de plant kennen door het boek van Anne Mieke Backer, Er stond een vrouw in de tuin. Over de rol van vrouwen in het Nederlandse landschap”. |
Links: |
Desiree de Baar: website |
Desiree de Baar: Linkedin |
Desiree de Baar: Gallery viewer |
Desiree de Baar: Rotterdamse kunstenaars |
Oscar Peters in de electriciteitsfabriek |
Wolfgang Laib |
Skar Ateliers |
Er stond een vrouw in de tuin |
Gewoon bijzonder, tot 16 februari 2020 in 38 CC Delft |
Verzamelaar: |
Mirjam van Tilburg |
(1980, Sint Odiliënberg) De Rotterdamse Mirjam van Tilburg is in Maastricht opgeleid als docent beeldende kunst en vormgeving. Ze vervolgde haar studie aan het Piet Zwart Instituut in Rotterdam met een master Autonome beeldende kunst. Sinds vier jaar werkt ze als consulent voortgezet onderwijs bij het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam (KCR). Daarnaast is ze buitenpromovendus bij ARIA, een samenwerking tussen de Universiteit en de Kunstacademie van Antwerpen. |
Het begin… |
“Ik groeide op in een agrarisch dorp waar werkelijk niets te doen was. Maar ik ging destijds vaak met mijn ouders naar Düsseldorf en daar maakte ik kennis met het werk van Egon Schiele en Joseph Beuys. Fantàstisch vond ik dat. Ik was een fantasierijk kind, ik tekende veel, schreef verhalen en knutselde ‘uitvindingen’ in elkaar. Ik was op de middelbare school een echte bètaleerling. Maar waar ik moeite mee had, was dat je in de bètavakken op vraagstukken steeds dat ene, enig mogelijk antwoord moest vinden. En als je dat gevonden had, was het klaar en afgelopen! Maar ik wilde dóór en vroeg me af wat erna komt. Ik had een fantastische leraar die me liet ervaren dat je in de kunst altijd door kunt gaan met vraagstukken omdat er niet slechts een oplossing is. In de kunst vond ik ook zingeving en kon ik aan de slag met filosofische vragen die mij als tiener bezighielden. Ik ben daarom al op mijn 14e begonnen met de vooropleiding en op mijn 17e studeerde ik al aan de Academie Beeldende Kunsten Maastricht. Als beeldend kunstenaar maakte ik performances en videokunst.” |
Waar sta je nu? |
“Kunst en boeken zijn voor mij heel belangrijk. Ik ben geen actief kunstverzamelaar, maar ik heb wel kunst die me dierbaar is. Ik kies voor werken die een verhaal vertellen, waar je oog op blijft hangen. De meeste zijn gemaakt door mensen die ik ken. Ik heb kunst van de Rotterdamse Mirjam Somers en Katrijn Verstegen. Verder heb ik een werk in bruikleen van de onlangs overleden Robin van ’t Haar. We hebben ook een paar werken die onze kinderen kozen op Kunst4Kids van het Boijmans van Beuningen.”
“Met mijn werk bij KCR en in mijn promotietraject houd ik me bezig met de relatie tussen kunst en onderwijs. Ik onderzoek vragen als: wat houdt het docentschap in? Hoe verhoudt onderwijs zich tot het kunstenaarschap? Ik vind het heel belangrijk dat kunstvakdocenten zich blijven ontwikkelen, maar in de onderwijspraktijk is daar weinig ruimte voor. De kunstacademies investeren ook weinig in de relatie met hun alumni. Bij KCR kan ik wel meer betekenen voor docenten in het werkveld. Ik richt me op professionalisering van docenten, op begeleiding van scholen en beleidsontwikkeling. Eigenlijk vind ik ‘professionalisering’ een lastige term omdat het verwijst naar het verhogen van productiviteit en efficiëntie. En dat is nu precies wat haaks staat op de kern van zowel het docentschap als het kunstenaarsvak. Een goede kunstdocent is daar niet mee bezig, die neemt juist risico en speelt in op de student. Daarom onderzoek ik liever welke vorm van ‘contraprofessionalisering’ past bij onderwijs en wat kunst daaraan kan bijdragen.” |
Wie bewonder je? |
Zonder aarzeling: “Mika Rottenberg, een videokunstenaar. Haar werk is heel lijfelijk, soms een beetje vies. Wat me aantrekt is het disruptieve: haar werk verstoort. Het gaat vaak over normale mensen in dagelijkse situaties waarmee iets bijzonders gebeurt. Ze maakt fantasierijk, maar ook verwarrend werk dat grenzen doorbreekt. Ze snijdt een thema aan dat mij ook bezighoudt: ‘ruimte geven en tevens omgaan met orde’. Als je dat goed vormgeeft, kun je grenzen doorbreken: dat is een belangrijk gegeven voor mij. Als je bijvoorbeeld met kinderen gaat tekenen en ze alle ruimte geeft, tekenen ze hartjes of dolfijntjes. Maar als je ze iets aanreikt waarop ze kunnen associëren, ontstaat er iets. Confrontaties en kaders verschuiven de blik.” |
Dit werk is voor mij… |
“Desiree de Baar en ik zijn vriendinnen. We leerden elkaar kennen in het ateliergebouw waar we werkten. Allebei hebben we een fascinatie voor discipline en normalisering. Indertijd hebben we ook samengewerkt aan een groot kunstproject voor het Gevangenismuseum in Veenhuizen. We zijn er een jaar mee bezig geweest. Ik werkte aan een participatief, sociaal geëngageerd werk en Desiree was bezig met een grote installatie. Ons plan was ook samen nog iets te maken. Uiteindelijk is de tentoonstelling er niet van gekomen, maar het project is wel van invloed geweest op ander werk. Dit kunstwerk bijvoorbeeld. Ik kocht het van Desiree in 2009. Omdat het een gevangenis voorstelt, is het ook een herinnering aan dat project. Bezoekers laat ik vaak raden wat het voorstelt. Ze komen met de gekste dingen. Het is opgehangen zoals het werk bedoeld is, vrij hoog aan de muur vastgeprikt met zes spelden.” |
|
Hier verheug ik me op… |
“Ik heb net IFFR achter de rug. Vanavond ga ik met een groep docenten kijken naar een film die draait in KCR, Les Misérables van Ladj Ly uit 2019. Het is een Franse film die gaat over het leven van jongeren in de banlieues. Ik ga natuurlijk ook naar Art Rotterdam. Dan zal ik zeker naar het festival New Radicalism gaan in MONO. Daar is digitale kunst te zien van jonge Rotterdammers met roots in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Zij stellen op een speelse manier vooroordelen en discriminatie aan de orde.” |
Reageer |
Mirjam trekt een lootje. Albert Einstein schreef: ‘Eén van de sterkste motieven die de mens naar kunst leidde is de ontsnapping aan het alledaagse.’ Mirjam: “Dat is waar, maar voor mij is een van de sterkste motieven die nu aan de orde zijn het rammelen aan het alledaagse.” |
Wat voeg je toe aan mijn schetsboek? |
Mirjam pakt een dikke zwarte marker en schrijft half omkaderd in grote hoofdletters een citaat van Joseph Beuys ”To be a teacher is my greatest work of art, Beuys, ’69” En daarmee rondt ze af met dezelfde man waarmee het voor haar allemaal begonnen is: de bewondering voor Beuys. |
Links |
New Radicalism https://www.cbkrotterdam.nl/en/agenda/new-radicalism/ Mika Rottenberg http://www.andrearosengallery.com/artists/mika-rottenberg |
Links: |
Mirjam van Tilburg: website |
Mirjam van Tilburg: Linkedin |
Mirjam van Tilburg: Facebook |
New Radicalism |
Mika Rottenberg |