Zoek op deze site:
     

rf-Interview 30-08-2020

  ramfoundation
    Het laatste nieuws:

door: Judith Kuipéri

Ik ga langs bij kunstenaars en hun verzamelaars, op zoek naar hun verhaal en wat hen bindt: het werk dat ze maakten en kochten.

Link:
linkedin
  laatste nieuws
Kunstenaars elders / Artists elsewhere (lees verder)

Kunstenaar - kunst - verzamelaar

 
silvia_art_detail
"Joe" - 2005

potloodtekening met Emporio Armani zonnebril
92x78x4 cm.

 

Andere interviews:
Judith Kuipéri

 

 

 

 

 

anbi

     
 
Kunstenaar:
 

Silvia B.

 
silvia-b
 

(Utrecht 1963)

Het atelier van Silvia B. ligt boven de brandweerkazerne van Kralingen. Behalve brandweersirenes, is ook het gepiep van achteruitrijdende wagentjes van de gemeentereiniging te horen. Een grote schaal aardbeien met basilicumblaadjes staat tussen ons in. Hij blijft onaangeroerd, want we zijn te diep in gesprek.

 

Silvia wilde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam het liefst twee studierichtingen combineren: Beeldhouwkunst en Mode. Omdat de opleiding daar midden jaren ’80 nog niet op in was gericht, liep ze studievertraging op. Toen ze na een ongeluk en een langdurige revalidatie weer een jaar verloor, besloot ze zelf in haar eigen atelier aan de slag te gaan met de combinatie van mode en beeldhouwen. Later voltooide ze nog de propedeuse Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden, maar besloot bij het kunstenaarschap te blijven.

 
Hoe is het voor jou begonnen?

“De eerste tien jaar was ik heel actief in het kunstenaarsinitiatief ‘Het Wilde Weten’. Ik was vaak contactpersoon voor de gemeente over kunstenaarszaken en ik deed mee aan het Rotterdamse atelieroverleg. Daarnaast maakte ik objecten van metaal, voorwerpen die ik ontleende aan 17e-eeuwse schilderijen. In mijn eigen studio werkte dat fantastisch, maar toen ik ze voor het eerst tentoonstelde in een zalmroze ruimte, was het effect compleet weg. Daarom ben ik daarna een tijd mijn werk in situ gaan maken zodat ik zeker wist dat ze in die omgeving tot hun recht kwamen. Totdat ik me realiseerde dat ik daarmee wel ‘souvenirs van gebeurtenissen’ had, maar geen exposeerbaar werk.”

Wat was de basis van je later werk?

“In 1996 zag ik op een rommelmarkt een naaimandje dat gemaakt was van een gordeldier. Dat mandje deed alles met me wat een goed beeld ook doet. Eerst word je erdoor verleid en aangetrokken. Daarna kijk je er beter naar en vallen de details op. Door die details word je afgestoten en ze zetten je aan het denken. Je gaat vragen stellen: Wat is dit voor iets bizars? Je twijfelt of het nou mooi, lelijk of griezelig is. Dat proces heb ik altijd met mijn werk bij het publiek willen bereiken.”

“Ik ben toen allerlei artefacten gaan verzamelen, prullaria en kunstnijverheid die door mensenhanden zijn gemaakt van dieren: bonbonschaaltjes van schildpad, krokodillenleren tasjes, opgezette slangen voor aan de muur, egeltjes van schelpen, maar ook oeroude haaknaalden van been. Mensen maken van werkelijk alle diersoorten, behalve hun eigen soort, de meest onmogelijke voorwerpen. De artefacten vertellen elk hun eigen geschiedenis. Ik heb ze jarenlang verzameld en tentoongesteld. Ik voegde er eigen werk aan toe: tekeningen en kleine beeldjes van kinderkopjes. Dieren en kinderen zijn beide onmondig en overgeleverd aan de welwillendheid van volwassenen die voor ze moeten zorgen.”

En toen?

“Sinds 2006 maak ik beelden die op zichzelf staan maar deel uit maken van een serie. Ik heb beelden gemaakt van jonge bendeleden, circusartiesten, ballerina’s, acrobaten. Wat ik me afvroeg is: in hoeverre is het gedrag van kinderen hun vrije wil? Mijn werk reflecteert de tijdsgeest. Ik ben geïnteresseerd in de reden waarom mode verandert en door welke maatschappelijke ontwikkelingen dat gebeurt. Dat wat in de lucht hangt, verwerk ik weer in mijn beelden.”

Hoe maak je het?

“In die beeldenseries verwerk ik onderdelen van paspoppen. Niet een-op-een maar ik pas ze aan en voeg er van alles aan toe. Paspoppen zijn een soort modelmensen, maar ik zaag de ledematen doormidden, schroef ze in een andere houding weer aaneen en plamuur de rafelranden weer tot een ragfijn oppervlak. Het schoonheidsideaal pas ik aan: ik verander een kin, verleng een neus, sluit de ogen. Ik voeg kleine imperfecties toe die de gezichten weer individualiseren. Het customizen is heel bewerkelijk want ik wil dat het oppervlak zo glad mogelijk afgewerkt is en mijn toevoegingen naadloos overlopen in delen van de paspop.”

Je hebt ook werk gemaakt voor de openbare ruimte.

“Ja, Ode aan het oude in Rotterdam is een hoofd van brons dat uit het plaveisel steekt in de Claes de Vrieselaan. En ik maakte een enorm beeld in Groningen Ultra. Beide beelden zijn omarmd door de bewoners. In Groningen halen omwonenden zelf de bladeren en afval weg onder Ultra. Als het Internationale Vrouwendag is of Secretaressedag wordt bij haar iets gevierd en draagt ze een strik op haar rok. Ode aan het oude heeft met Sinterklaas een mijter op, bovendien was het een herdenkingsmonument toen er vlakbij een verkeersongeluk was gebeurd. Beide beelden zijn dus echt geadopteerd door de omwonenden.”

silvia-b_atelier

Het atelier van Silvcia B.

Wat maak je nu?

“Mijn huidige werk zijn hybrides waarin ik twee werelden bij elkaar breng. De serie heet Entanglement. Het zijn sculpturen waarbij het ene uiteinde gevormd wordt door een ontschorste en soms verbrande boomtak die naadloos overloopt in het andere uiteinde waar een ledemaat van een jongvolwassene is gevormd - ze zijn herkenbaar aan de concertpolsbandjes en de jeugdige nail art, een goedkope felgekleurde modieuze schoen of een versierd mobieltje dat in de hand geklemd is. Ik verbeeld daarmee de kwetsbare natuur die onlosmakelijk verbonden is aan de nieuwe generatie die ook heel kwetsbaar is. Zij moeten het in de toekomst met elkaar zien te rooien. Wat me ook bezighoudt is dat de jonge generatie zichzelf zo veel oplegt: je moet reizen, er vooral goed uitzien, gezond leven, vrienden hebben, voor iedereen zichtbaar genieten van het leven. Tegelijk moet je handelen naar alle informatie over het klimaat, kinderarbeid, consumentisme, dat levert een lastige spagaat op.”

In de loop der jaren werden je protagonisten steeds ouder.

Lachend: “Ja dat is waar. Ik maakte voorheen kinderen, daarna tieners en nu adolescenten.”

Wat zijn je plannen?

“Ik maak nu kleinere versies van Entanglement: varianten in miniatuurvorm. Ik besefte dat mijn kunst alleen voor mensen met een grote beurs en een grote woonruimte weggelegd was. Dat kwam omdat ik altijd volgens de menselijke maat werkte. Dat laat ik nu voor deze serie los. En ik wil meer gaan modeleren: het gehele werk boetseren en beschilderen. Ook de grotere werken wil ik meer zelf vormen, zonder er ready-made elementen in te verwerken. Mijn plan is verder te gaan tekenen - dat lijkt me wel fijn om weer op te pakken.”

Je trad ook veel op als curator

“Cureren is heerlijk om te doen. Je vertelt een verhaal met de woorden van een ander. Het begon bij Het Wilde Weten maar ook met Museum Van Nagsael. Dat museum richtte ik in 1995 op met Rolf Engelen. Het was een minimuseum in een vitrine aan de Botersloot in Rotterdam. Om de maand waren Rolf en ik bij toerbeurt directeur/curator. We hebben dat tot 2006 volgehouden. Het fijnst om te cureren was Bloedmooi, een tentoonstelling in 2007/2008 over de verhouding tussen mens en dier in Museum Rotterdam. Ik had dierlijke objecten uit hun collectie tentoongesteld vermengd met mijn eigen verzameling en werken van andere kunstenaars, designers en modeontwerpers. Dat geheel kwam prachtig samen in de stijlkamers van het museum.”

Welk werk had je graag zelf gemaakt?

“Zonder twijfel Female figure van Jordan Wolfson. Dat werk blies me echt van de sokken! En wat ik ook geweldig vind is Dead Dad van Ron Mueck uit 1996, een geniaal beeld. Het is hyperrealistisch maar wel op kleine schaal en door het lichaam op de grond te leggen, moet de beschouwer buigen: je maakt als vanzelf een gebaar van respectbetuiging.”

Waar kijk je naar uit?

“Galerie NL=US zal in januari/februari mijn nieuwe serie Entanglement exposeren en Lina, de ballerina met twee ratten en haar handen op haar rug, zal te zien zijn in een tentoonstelling over de Pest in het Valkhof in Nijmegen.

Verder maak ik deel uit van een Rotterdamse denktank die zich ten doel stelt het contact tussen verzamelaars en kunstenaars te bevorderen. In direct face-to-face contact tussen kunstenaars en het publiek gaat het toch meer over de inhoud van het werk. Binnenkort ontwikkelen we een format om atelierbezoek te faciliteren.”

Heb je veel kunst van anderen?

“Ik ruil wel eens met andere kunstenaars, maar hier in mijn atelier heb ik niet veel staan. Wel zie je daar twee geslachtskonijnen zitten van Lidy Jacobs en een tekening van Iris Le Rütte. Zo heb ik ook af en toe sieraden of kleding van Margreeth Olsthoorn tegen een werk van mij geruild.”

Ik vertrek naar het centrum om het werk bij Margreeth thuis te gaan bekijken.

In dit interview genoemd:

Lidy Jacobs (1959)
Iris Le Rütte (1960)

Links:
Atelier Silvia B.
FaceBook
Linkedin
Lopende tentoonstelling: Ars Longa Vita Brevis in Rijksmuseum Twenthe in Enschede
Aankomende tentoonstellingen:
Naar aanleiding van de verwerving van een houten beeld van Sint-Sebastiaan, een van de pestheiligen, is in Museum Valkhof de tentoonstelling Pest te zie
NL=US (Solotentoonstellingen sinds 2008)
Ode aan het Oude, Rotterdam, 1994
Ultra, Groningen, 2004
 
 
Verzamelaar:
 

Margreeth Olsthoorn

 
margreeth-o
 

Margreeth Olsthoorn (Maasdijk 1966) voor een werk van Leoniek Bontje

Margreeth Olsthoorn studeerde Mode aan de Willem de Kooning Academie. Ze werkte als stylist en opende haar eerste winkel, Beljon in 1994. Ze verkocht er vintage meubels en kleding. Nu heeft ze haar modewinkel MARGREETH OLSTHOORN aan de Wilhelminakade in Rotterdam.

Margreeth Olsthoorn woont in een prachtig huis uit 1865: met hoge plafonds en een grote leefruimte. De tuin achter het huis doet vergeten dat je in hartje Rotterdam bent. Alleen de trams die langsrijdende trams herinneren je aan het stadse bestaan. De inrichting, “let niet op de rommel, de hulp is op vakantie”, verraadt een spanningsveld tussen soberheid, een hoeveelheid kunstwerken en persoonlijke souvenirs.

 
Noem je jezelf een verzamelaar?

“Nou in de eerste plaats ben ik ondernemer, ontwerper en stylist. Ik voel me niet direct kunstverzamelaar, meer een verzamelaar van schoonheid. Maar er is ook een definitie die ervan uitgaat dat een verzamelaar iemand is die drie werken van een kunstenaar heeft. In die zin ben ik wel verzamelaar als het gaat om het werk van Silvia B.

Kunst is voor mij vooral emotie. Ik ben zeker geen verzamelaar die kunst aanschaft om de financiële waarde ervan. Voor mij gaat de essentie van kunst, het vrije, er vanaf op het moment dat je het ziet als een belegging. Bovendien krijg ik het snel benauwd als ik te veel spullen om mij heen heb. Dan moet ik ontzamelen of besluit ik werk in de opslag te zetten: ik wil niet mijn verzameling leven. Ik ben ook curator. Ik zet kunst ook in voor mijn onderneming omdat het een plek interessanter maakt en mensen een reden geeft om te komen. Zo heb ik onder andere een expositie gehad met werk van Anouk Griffioen.”

Je combineert ondernemen en cureren?

“Kunst kan mij inspireren en het beïnvloedt mij in mijn vak. Kunst en mode zijn immers heel nauw met elkaar verweven. Ik heb vaak in store exposities in mijn winkels gehad. Een deel van mijn vorige winkelruimte in de Schildersstraat had ik onderverhuurd aan galerie NL=US. Ik hing vaak een paar werken in mijn winkel als een trigger voor de tentoonstellingen die in de galerie plaatsvonden.

Ik heb ook twee keer bij mij thuis een expositie georganiseerd onder de naam SALON 39 B. Er was onder andere werk te zien van Doreen van der Meer en fotograaf Rick Arnold.

Mijn nieuwe winkel is in pakhuis de Meesteren, aan de Wilhelminakade recht tegenover De Rotterdam van Rem Koolhaas en schuin tegenover de cruise terminal. De lange, brede gang achter mijn winkel verbindt Room Mate Hotels, de foodhallen en mijn winkel. Die ruimte ben ik gaan cureren. De eerste expositie was grafisch werk van Studio Ilse van Klei onder de titel Squaredotprints. Medio september zal fotograaf Jef Poldervaart er zijn werk exposeren.

Ik heb ook plannen om in de achtertuin een tiny house te bouwen en daarin pop-up art store te beginnen.”

Wat was je eerste aanschaf?

“Tsja, aanschaffen… ik ruil soms kunst tegen kleding, of ik koop kunst, of het is een combinatie van ruil en aankoop. Kunstenaars geven bijna al hun geld uit aan de kunst. Maar als kunstenaar wil je goed voor de dag komen met een goed stuk kleding dat op een eerlijke manier is geproduceerd. En als er een wederzijdse klik is, dan ligt een deal voor de hand.

Maar wat ik als mijn eerste aanschaf beschouw? In de tijd van Beljon hebben we zo veel verzameld en weer doorverkocht… Maar als ik een werk moet noemen uit die tijd is dat een glazen vaas van René Jules Lalique (1860-1945). Die vaas heb ik nog steeds hier beneden staan. De eerste aanschaf uit mijn tijd na Beljon, was een neon van Silke Wagner (1968). Zij had een expositie in TENT, hier in de Witte de Withstraat. Daar hing een 16,5 meter lange neoninstallatie getiteld ‘if you want to rock, you've got to roll’, uit 2011. Ik heb het opgehangen in mijn eigen winkel in de Schildersstraat. Het werk heb ik niet meer, het is achtergebleven in het pand toen ik verhuisde naar de Wilhelminakade. Ik heb er het huurcontract mee af kunnen kopen. De eigenaar van het pand wilde het werk thuis gaan plaatsen.”

Ik heb zelf ook een kunstwerk gemaakt. Mijn mannenwinkel was destijds geheel rozig beige geschilderd tot aan de telefoon en stopcontacten toe. Daar had ik een lichtblauwe neon gemaakt. Het is de tekst ‘under your skin’ in mijn handschrift. Je kleding is, na je huid, het eerste waarmee je je innerlijk aan de buitenwereld toont, waarmee je je gedachten, smaak of stemming kan uiten.”

Hoe leerde je Silva B. kennen?

“Silvia kwam bij Beljon in de tijd dat ze haar verzameling artefacten aanlegde. Wij kochten in die tijd opgezette herten of van die vloerkleden van een echte berenhuid met de schedel eraan. Ik weet nog dat ze binnenkwam, een mooie verschijning, dat vergeet je niet. Zij kwam toen voor krokodillenleren tassen. Later leerden we elkaar beter kennen op openingen van exposities. We volgen elkaars werk nog steeds, live of via de sociale media. Haar laatste serie Entanglement vind ik zò goed. Het hout geeft het werk sneller een definitie van plek in een interieur. Ik bedoel dat stilistisch: haar werk wordt door het hout warmer en past beter in een leef- of werkruimte.”

silvia_art

Het werk aan de muur bij Margreeth Olsthoorn

Hoe ben je toen in bezit gekomen van haar werk?

“Uit de serie Les Beaux van Silvia heb ik gekozen voor Joe. Het mysterieuze doet me denken aan het kledinglabel Maison Margiela dat ik graag verkoop. De rauwe twist die het heeft, het borsthaar, zijn wilde haar en die ogen achter die zonnebril maakten dat ik voor het werk viel.”

Welk werk is je nog meer dierbaar?

“In de keuken hangt een werk van Madeleine Berkhemer. Het is getiteld Milly’s, Molly’s and Mandy’s skateboards en is gemaakt in 2002. Het zijn drie skateboards met fotoprints: zelfportretten omringd door netkousen. Door de vroege dood van Madeleine heeft het werk extra waarde voor me gekregen.”

Wat is je laatste aanschaf?

“Mijn laatste aanschaf is een pentekening van Marianne Grootenboer. Die ga ik over een uurtje ophalen. Ik heb haar boek Troeba zonder doer hier liggen.”

Welk werk zou je graag nog eens aanschaffen?

“Een vierde werk van Silvia. Ik heb haar overzichtstentoonstelling in Enschede bezocht.”

Bladerend door het boek Silvia B – Of Beauty and Doubt wijst Margreeth al snel naar Ira jr. een beeld uit 2008 dat gebaseerd is op een zelfportret van Cindy Sherman. “Dit vind ik geniaal. Ik houd van het rauwe in haar werk. Dat zie ik ook terug in de serie Le Cirque. Ik zou nog niet zo goed kunnen kiezen welk werk me het liefste is.”

Waar kijk je naar uit?

“Morgen ga ik kijken naar de collectie van Ninamounah. Daar kijk ik enorm naar uit. Ik wil haar collectie in mijn winkel gaan verkopen. Ik verheug me er ook op om haar aan Silvia B. voor te stellen. Ik zou graag in mijn winkel iets organiseren met hun beide.”

Links:
Winkel MARGREETH OLSTHOORN
LinkedIn
FaceBook
Instagram
Binnenkort te zien in MARGREETH OLSTHOORN, Wilhelminakade 52 Rotterdam
Expositie Jef Poldervaart, medio september 2020
Anouk Griffioen
Marianne Grootenboer (1941)