Zoek op deze site:
     

rf-Interview 12-04-2024

  ramfoundation
    Het laatste nieuws:

door: Judith Kuipéri

Ik ga langs bij kunstenaars en hun verzamelaars, op zoek naar hun verhaal en wat hen bindt: het werk dat ze maakten en kochten.

Link:
linkedin
  laatste nieuws
Kunstenaars elders / Artists elsewhere (lees verder)

Kunstenaar - kunst - verzamelaar

 
khari
"Bert Frings, Khari." - 2022

Tempera op paneel bekleed met linnen

 

Andere interviews:
Judith Kuipéri

 

 

 

 

 

anbi

     
 
Kunstenaar:
 

Bert Frings

 
bert_frings
 

Bert Frings in zijn atelier.

 

Afval, verval en toeval

Bert Frings (Heerlen, 1972) heeft zijn atelier in de Ruilstraat. Tussen potten pigmentpoeder ligt in een schaaltje een tere dode hommel perfect te wezen. Op de schappen staan keurig op een rij dozen waarin ooit ontbijtgranen zaten. Elders staan de andere hoofdrolspelers in zijn stillevens: computergames en frisdrankflesjes. Zijn atelier is een plek waar de wereld van Nintendo samenvalt met die van Rogier van der Weyden. Ik spreek Bert over zijn recente werk.

Wat kenmerkt je huidige werk?

“Ik maak momenteel stillevens. Ik schilder composities met frisdrankflesjes, verpakkingen van ontbijtgranen, computergames en sigaretten. Mijn voorkeur gaat daarbij uit naar oude beeldmerken en verpakkingen waarop dieren zijn afgebeeld. Ze staan in contrast met de oorspronkelijke dieren, zoals de vogels die ik natuurgetrouw schilder. Ook komen vaak meerzijdige dobbelstenen op mijn schilderijen voor. Ik werk met tempera op panelen van relatief kleine formaat.”

Hoe kwam je tot dit werk?

“In de coronaperiode bracht ik net als iedereen veel tijd binnenshuis door. ‘s Morgens bij het ontbijt keek ik naar buiten en zag de vogels in mijn tuin. Op tafel stonden de ontbijtgranen met een stripachtige vogel erop en aan de andere kant van het vensterglas zaten de echte vogels. Gek eigenlijk: zo prominent als dieren in de marketing worden gebruikt, zo onzichtbaar zijn ze in ons dagelijks leven. Bovendien viel het mij op dat op voedselverpakkingen dieren worden afgebeeld die als overlastgevend worden beschouwd, zoals sommige vogels. Ze worden in werkelijkheid bestreden of verjaagd uit de leefomgeving. Toch worden ze prominent op een doos Kellogg’s cornflakes of een computerspelletje afgebeeld. De dieren lachen, hebben kleren aan of ze hebben handjes en grote ogen. De tekenaars gaven ze knuffelige, menselijke trekjes. Het zijn dieren die als zodanig niet meer herkenbaar zijn. Ze zijn door de mens gemodificeerd en pas dan kunnen ze kennelijk onze sympathie opwekken en een plaatsje in de maatschappij verdienen."

“Het gekke is ook nog dat dieren in de stad voornamelijk leven van sporen die mensen achterlaten: ze voeden zich met onze etensresten en van straatafval bouwen ze hun nesten. Veel grotere vogels eten bovendien dode dieren. Ze zijn in feite ijverige opruimers en boeiende metgezellen. Mijn tuin bleek met name een pleisterplaats voor zwakke kauwen, vogels die hun dood voelden naderen. Op den duur herken je ze aan hun verenkleed. Er zijn drie kauwen geweest die veel in de tuin vertoefden en er uiteindelijk stierven. Het leek alsof ze aan elkaar doorvertelden dat onze tuin een goed toevluchtsoord is voor zieke of stervende vogels.”

pigmentpotten

In hoeverre heb je zelf de kauwen in je tuin vermenselijkt?

“Hoewel ik kauwen heel fascinerend vind, laat ik ze in hun waarde. Wel gaf ik ze namen omdat het individuen voor ons werden: Mickel en Khari en er was nog een derde. Ik had een relatie op afstand met ze. Ik bestudeerde ze en dacht na over hun rol in onze maatschappij.”

In welke traditie staat je werk: een klassiek fresco, het 17e-eeuwse Hollands stilleven of popart?

“In popart worden merkverpakkingen sterk uitvergroot in harde, reclameachtige kleuren. Dat doe ik niet. Ik geef alles zoveel mogelijk weer op een schaal van 1-op-1. Popart is  vaak het vieren van de consumptiemaatschappij. Mijn kritiek betreft onze omgang met dieren in deze tijd.

De klassieken schilderden veel stillevens in de vorm van trompe-l’oeils. Op de muren van Pompeï zie je ze nog. Als je er al een boodschap uit kunt halen, is dat vooral “Vier het leven en pluk de dag”. De Hollandse 17e-eeuwse stillevens verwijzen vaak naar het leven na de dood. Het hiernamaals was iets om te gedenken in het alledaagse leven. Hierbij zien we het domineesvingertje waarschuwend omhooggaan. Dat wil ik in mijn werk er niet zo dik bovenop leggen. Wel ontleen ik elementen aan de traditionele ontbijtstukken: het glaswerk, de dobbelstenen, menselijke schedels. Die zijn allemaal afkomstig uit het vanitas-thema.

Twee belangrijke werken voor mij zijn enerzijds de buitenzijde van het Braque-triptiek van Rogier van der Weyden, waarop een schedel liggend op een baksteen is te zien. Dit kun je beschouwen als één van de eerste vanitas-stilleven nog voordat de term bestond. En de Dode kikker met vliegen van Ambrosius Bosschaert II uit 1630. Het is op koper geschilderd en die glans voegt precies toe aan de huid van de kikker, wat het werk perfect maakt.”

Hoe is het om te schilderen met tempera?

“Tempera is een mattere verf en natuurlijker dan andere verfsoorten. Daar houd ik van. Bovendien lukt het me met tempera om kleine vliegjes heel dun en fijn te schilderen. Tempera biedt mij meer mogelijkheden dan aquarel, acryl of olieverf. Ik heb wel een hele zoektocht moeten afleggen naar de juiste ingrediënten en de beste bereidingswijze. Ik maak mijn eigen verf op basis van pigmentpoeders, ei, olie en water. Nu circuleren er op internet wel honderd recepten voor temperaverf, maar ik ben van alles gaan uitproberen om te ontdekken wat voor mij het best werkt. Ik heb nu mijn eigen recept ontwikkeld gebaseerd op wat Olphaert den Otter mij leerde.”

“Het is wel veel moeilijker om er mee te werken omdat tempera snel hard wordt onder invloed van licht en lucht. Daar moet je rekening mee houden als je aan het werk bent, maar ook vooraf. Je moet de verf bereiden en in een tube doen om hem later te kunnen gebruiken. Of een andere mogelijkheid is het werken met dagdelen. Kleine porties waarmee ik diezelfde dag nog schilder. Dat is nog bewerkelijker, maar het resultaat is het best. Ik maak veel schetsen en ondertekeningen want correcties zijn met tempera lastig. Foutjes moet je uitwassen, maar eigenlijk blijf je altijd zien dat er iets gecorrigeerd is.”

Welke keuzes maak je ten aanzien van compositie en kleur?

“Ik maak series schilderijen met grofweg twee stijlen. De stillevens hebben vaak eenzelfde strenge compositie. Soms met kleine verschillen, zoals sommige voorwerpen met hun afbeeldingen. De andere schilderijen geven juist de complete chaos weer. Alles spat uiteen. Ik wil ermee aantonen dat zonder regels of ingrijpen, ook alles kan functioneren. De mens hoeft niet alles naar zijn hand te zetten.”

“De stillevens hebben meestal natuurgetrouwe kleuren, maar kunnen ook monochroom geschilderd zijn. Geheel in oranje- of blauwtinten. De uitstraling van het werk en het onderwerp zijn voor mijn nu belangrijker. Bovendien gaat het mij om het schilderen zelf. Schilderen is voor mij als een vorm van mediteren. Ik denk na over de wereld waarin ik leef. De goede verstaander ziet in mijn werk een stil protest tegen maatschappelijke problematiek. Het zou mooi zijn als die gedachten voor de beschouwer ook zichtbaar zijn. Maar misschien is wat de kijker eruit haalt, belangrijker dan wat de schilder erin heeft gelegd.”

Bert heeft een drukke maand achter de rug. Na een voor hem zeer succesvolle Art Rotterdam volgde in Den Bosch nog een pop-up tentoonstelling. Hij heeft veel werk verkocht en de wanden van zijn atelier voelen hem leeg aan. Werk verkopen aan gerenommeerde musea is een reuze opsteker, zeker als het gaat om een serie aan Museum Voorlinden. Maar de keerzijde is dat de originele werken nu niet meer om hem heen hangen. Gelukkig staat er even niets op de agenda en heeft hij weer volop gelegenheid om zijn atelier aan te vullen met nieuw werk.

Opleiding

1992- 1994 Rietveld Academie, Amsterdam

1998- 2000 De Ateliers, Amsterdam

 

Publicatie

Bert Frings, Roland Groenenboom (grafisch ontwerp ZEE), Bert Frings – Schilderijen / Paintings, 2023.

(gesigneerd en genummerd exemplaar, verkrijgbaar bij de kunstenaar)

 

Exposities van huidige werk

2023 Ragpicker, Duotentoonstelling met Bas Louter bij galerie Van Zijll Langhout, Amsterdam

2023 Bert Frings, Stillevens bij galerie m.simons, Amsterdam

2023 Ragpicker, Duotentoonstelling met Bas Louter bij Oolong Gallery San Diego, California

2021 Bert Frings, schilderijen, bij Walgenbach Art & Books, Rotterdam

Verder

Museum Voorlinden koopt zes werken aan, 2024

Museum Boymans van Beuningen koopt vijf werken aan, 2023

Nominatie Dolf Henkes prijs, 2023

frings_op_art_rdam

Werk van Bert Frings op Art Rotterdam.

Links:
Website Bert Frings
Instagram
 
 
Verzamelaar:
 

Nico Mogendorff

 
nico_mogendorff
 

Nico Mogendorff in zijn werkkamer.

 

Nico Mogendorff (gepensioneerd interimmanager) woont op de 14e verdieping van een fraai appartementencomplex. Hij kijkt uit over de Rotterdamse Coolhaven. Nico leidt me rond in zijn woning en vertelt rap over de kunst die hem omringt. Zonder haperen noemt hij tientallen namen van kunstenaars en van ieder werk weet hij de achtergrond. Het is duidelijk, dit is meer dan een liefhebber.

Kende je Bert al voordat je het schilderij kocht?

“Ja. We kenden elkaar al van een eerdere aankoop in 2014. Dat was toen een tekening met collage van verpakkingen die zo van straat leken te komen: een mooie compositie met Hello Kitty, en een nostalgische Wrigley verpakking.

Maar dit schilderij kocht ik in het aterlier van Bert toen hij in een periode niet bij een galerie was aangesloten. In september 2022 na afloop van de coronaperiode, was er atelierweekend en ik bezocht Bert Frings om bij te praten. Eigenlijk was het helemaal niet mijn bedoeling iets te kopen. Maar ik zag dit schilderij en het sprak me aan. Toen ik buiten was, ben ik omgekeerd en nam er alsnog een optie op.”

“Ik koop niet met mijn oren, maar met mijn ogen. Ik bedoel daarmee dat ik niet iets koop omdat het me aangeraden wordt of omdat musea werk van een kunstenaar aanschaffen. Ik koop iets als het me boeit, omdat het me aanspreekt en iets in mij oproept."

"Bert vertelde mij over de kauw Khari in coronatijd. Dat sprak me aan. We zaten allemaal gekluisterd aan huis en dan kijk je naar buiten en zie je zo’n kauw die steeds in de tuin komt. Dan vraag je je toch af: zijn de rollen nu omgedraaid, ben ik nou de gevangene en heeft de kauw de vrijheid? Het schilderij is voor mij een verwijzing naar die periode. Maar eigenlijk komt dat verhaal pas in de tweede plaats als extraatje. Voorop staat dat mijn blik moet blijven hangen op een kunstwerk en dat het bij mij vragen oproept.”

“Bert heeft het alledaagse in de directe omgeving goed verbeeld. Het ontroert. Je ziet een trotse vogel, met een mooie compositie. Dat moet kunst met je doen; je roeren, vragen oproepen, uitnodigen tot beter kijken. Waar kijk je naar? Wat stelt het voor? En weer verder kijken.

Ik kreeg bij aankoop van het schilderij ook Berts boekje cadeau. Daarin lees je meer over de context van het schilderij: waar hij zijn inspiratie aan ontleende en meer verdieping over de serie. Maar daar gaat het mij niet in de eerste plaats om. Ik heb geen discussie nodig of kunsthistorisch perspectief van de kunstenaar of kunstkenners. Juist meervoudige interpretaties vind ik interessant. Er moet in kunst iets te ontdekken zijn.“

Wat betekent je kunstverzameling voor je?

“Verzamelen gaat om plezier. Het is puur genieten. Ik ben gaan verzamelen toen ik zo’n 20 jaar geleden hier ben gaan wonen. Van huis uit heb ik de liefde voor kunst niet meegekregen. Het enige kunstzinnige in onze huiskamer was Pierre Janssen die op zondagavond het tv-programma Kunstgrepen presenteerde. Mijn belangstelling is geleidelijk aan gegroeid door de vrienden waarmee ik omging. Met hen bezocht ik tentoonstellingen, musea, galeries en beurzen. Zodoende meng je je onder steeds meer kunstliefhebbers en wordt het vuur in je aangewakkerd.”

“Mijn eerste serieuze aankoop was een foto van Arita Baaijens en een bronzen beeld. Ik heb beide werken gekocht na een tocht door Wadi Rum en de Sinaï woestijn. Het was een mooie manier om de herinnering aan die reis levendig te houden.

Wat ik verzamel, is veranderd in de loop der jaren. Ik heb mijn persoonlijke smaak ontwikkeld en uiteraard heb ik ook meer kennis en kennissen opgedaan. Waarschijnlijk hoort het ook bij een nieuwe levensfase. Ik heb nu bijvoorbeeld werk van kunstenaars als Charles Avery, Jan Dibbets en Marcel van Eeden dat ik vroeger niet zou waarderen. Mijn relatie met kunst evolueert. Het is als een ontdekkingsreis.”

“Een vriendin van mij begon indertijd een glasgalerie. We hadden een gedeelde interesses en daarom heb ik in mijn collectie veel glas Nederlandse bodem en van Murano. Ik heb zelfs 6 jaar deel uitgemaakt van het bestuur van de Vereniging van Vrienden van Modern Glas waarvan drie jaar als voorzitter. Toch denk ik dat ik nu geen glas meer zal aankopen. Maar stel, ik moet kleiner gaan wonen en mijn collectie tot het minimale reduceren, dan zal ik enkele van mijn glassculpturen nooit wegdoen. Dit in tegenstelling tot bijna al mijn etnografische kunst. Die wil ik eigenlijk gaan verkopen omdat ik er een ambivalent gevoel over heb.

Ik heb ook keramische objecten. Momenteel ben ik als jurylid van de Van Achterbergh-Domhof prijs 2024 betrokken die wordt toegekend aan een organisatie of persoon die zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor de keramische kunst. Dit jaar wordt die uitgereikt aan Galerie Terra Delft.

“Maar de accenten van mijn collectie liggen op zwart-wit fotografie, tekeningen en schilderijen. De kunstenaars zijn veelal Nederlands en ook veel Rotterdamse kunstenaars. Ik heb werk van Koen Taselaar, Olphaert den Otter, Erik van Lieshout, Frank van der Salm en Marjolijn van den Assem. Ik heb overigens onbewust veel werk van vrouwelijke fotografen:  Viviane Sassen, Dana Lixenberg, Awoiska van der Molen en Rineke Dijkstra.”

Hoe leef je tussen al die kunst?

“Hoewel ik een groot appartement bewoon, heb ik voor mijn kunst gewoon ruimtetekort. Zelfs de wc hangt vol. Eigenlijk heb ik te veel opgehangen en uitgestald om alles tot zijn recht te laten komen. Ik heb ook een depotkamer in mijn appartement en soms stal ik ook kunst tijdelijk bij vrienden. Maar als ik werken een tijd niet zie, ga ik ze ook echt missen. Daarom wissel ik regelmatig wat in mijn huiskamer hangt. Dan geniet ik weer extra van wat ik om me heen heb.

Ik leef tussen mijn kunst omdat ik me wil omringen door schoonheid. Soms pak ik iets en blijf ik er een tijdje naar kijken, zoals een ander een boek leest of tv kijkt. Het gaat mij om de introspectie, kunst plaatsen in de tijd en in de wereld. Je geeft geld uit aan kunst, maar je krijgt er als het ware “psychisch inkomen” voor terug. Kunst biedt mij een kans om onderzoek te doen naar mijn eigen emoties en herinneringen.”

“Voor de fotografie heb ik nu gekozen voor een salonopstelling: een wand met uniforme lijsten naast en boven elkaar. Ik ben opgehouden werken op de vloer tegen de muur aan te zetten, het moet wel een woonruimte blijven. In feite beperkt niet alleen mijn budget mijn aankoopwoede, maar vooral de resterende woonruimte die ik heb.”

Heb je een aanschafbeleid?

“Nee, niet specifiek. Ik heb sinds een paar jaar wel een vervreemdingsbeleid: als ik iets nieuws koop moet er iets anders uit om daarvoor plaats te maken. Ik hoor van collega-verzamelaars regelmatig dat ze thematisch aankopen of een kunstenaar volgen door de tijd heen. Dat doe ik niet. Natuurlijk heb ik kunstenaars die ik erg goed vind en waar ik meer werken van bezit, maar dat is niet omdat ik per se een lijn in mijn collectie wil hebben of zo. Gewoon omdat ik het mooi vind.”

“Ik ben ongebonden dus ik hoef geen compromis of overeenstemming te zoeken als ik iets wil aankopen. Mijn familie vindt lang niet alles mooi wat ik heb gekocht, maar het zij zo. Zij hebben nu eenmaal hun eigen smaak.”

“Ik heb ooit geprobeerd om een collectief op te richten van kunstverzamelaars. Als iedereen een bedrag inlegt, heb je meer financiële armslag om iets kostbaars aan te schaffen. Het idee was dat de deelnemers dan bij toerbeurt de aankopen een half jaar thuis mochten houden. Helaas is dat niets geworden. Ik zie nu vooral de praktische bezwaren van die constructie. Het is bijvoorbeeld lastig om gezamenlijk het aankoopbeleid vast te stellen. Óf de smaken verschillen waardoor je het niet eens kunt worden, óf je smaak komt juist overeen en dan zit je te veel in elkaars vaarwater. In de praktijk wil je gewoon een mooi kunstwerk zelf hebben en niet meer afstaan. Misschien was zo’n collectief voor mij geschikter geweest toen ik net startte met mijn verzameling. Maar nu ben ik te hebberig voor zo’n constructie. De nodige uitwisseling over kunst zoek ik zelf op in mijn kennissenkring, daar heb ik geen collectief voor nodig.”

Word je geadviseerd bij aankoop?

“Ik krijg wel eens aankooptips van galeriehouders en andere professionals. Dan gaat het vaak om jonge kunstenaars, aanstormend talent. Ik sla wel op wat ze zeggen, maar ik volg toch mijn eigen weg. Natuurlijk helpt het of ik een kunstenaar of een galeriehouder sympathiek vind, maar het gaat vooral om het werk.”

Wat zijn je plannen?

“Ik bezoek vrijwel altijd Skulptur Projekte in Münster, de Documenta in Kassel, de Biënnales van Venetië en de beurs Art Basel. Verder combineer ik mijn vakantieplannen met culturele bestemmingen. Ik wil naar de musea in Madrid om de oude Spaanse meesters te zien, naar Arles voor het fotografiefestival en ook het museum Louisiana in Humlebaek, Denemarken staat op mijn lijstje. Och ja, natuurlijk wil ik ook naar de Alte Pinakothek in München en eh… (er valt een stilte) er is gewoon nog zo veel te zien.”

“Als het gaat om mijn collectie, wil ik me in de toekomst meer gaan richten op tekeningen en schilderijen. Voorlopig zal ik me focussen op wat ik als de kern van mijn collectie beschouw. Die wil ik behouden en er werk aan toevoegen. Stel nu dat ik onbeperkt budget had en onbeperkte ruimte, dan zou ik mijn grote onrealiseerbare wens kunnen uitvoeren: tekeningen van Egon Schiele en Alberto Giacometti of een schilderij van Francis Bacon, Mark Rothko en William Kentridge, maar ja.”

Links:
Nico Mogendorff op LinkedIn
Galerie Terra Delft
Van Achterbergh-Domhof prijs
Vrienden van Modern Glas